Tot nu toe heeft Frankrijk zijn prijsvoorsprong
op de concurrenten kunnen behouden. De vraag
is echter of de loonontwikkelingen in andere lan
den het Franse loonfront, dat tot nu toe vrij rustig
was, in beroering zal brengen.
Het is duidelijk dat men inmiddels in verschil
lende landen voorzichtige pogingen heeft gedaan
om het monetaire restrictieve beleid wat af te
zwakken, zij het dat de motieven voor het vieren
van de teugels uiteenlopen.
LICHTE ONTSPANNING IN NEDERLAND
In ons land doen zich ook de invloeden van de
buitenlandse geld- en kapitaalmarkten gevoelen.
Zo is de opwaartse druk op de kapitaalmarkt
rente in de loop van het jaar geleidelijk minder
geworden.
Het gemiddelde rendement op negen 3% en
3i/2 aflosbare staatsleningen liep van decem
ber 1969 tot mei jl. op van 7,50% naar 8,09%
om daarna een soms wat aarzelende afvlakking te
ondergaan tot 7,60 in oktober. Het niveau van
de rentetarieven toegepast bij onderhandse le
ningen, dat per eind vorig jaar op 8,83 lag, be
reikte in juli met 9,15% een hoogtepunt om daar
na wat terug te lopen tot 8,99 in oktober.
Van een sterke omslag op de kapitaalmarkt is
voorlopig geen sprake. De overspannen conjunc
turele situatie met name in West-Duitsland maar
ook in ons land vormen hierbij een factor van be
tekenis. Een blijvend probleem wordt hierbij ge
vormd door de in de meeste landen aanhoudende
inflatie.
In de O.E.S.O.-lidstaten bedroeg het gemiddelde
inflatiepercentage gedurende dit jaar 5,5 tegen
over 3,4% gemiddeld over de periode 1965-1968.
Deze ontwikkeling geeft te denken.
GELDMARKT
Dit laatste artikel in 1970 vormt een goede ge
legenheid even achterom te kijken. Hoewel dit om
streeks half november werd geschreven en 1970
dus nog niet compleet was, zag het er toen naar
uit, dat zich in de komende anderhalve maand geen
fundamentele wijzigingen zouden voordoen. Bij een
terugblik over 1970 valt direct de tegengestelde
ontwikkeling in vergelijking met het jaar 1969 op.
In dat jaar gaf de markt vrijwel onafgebroken een
verkrapping te zien, die er niet alleen toe leidde dat
de rente op de geld- of kapitaalmarkt met sprongen
omhoog ging, maar ook dat de tarieven op beide
markten nagenoeg op hetzelfde niveau kwamen te
liggen. Bij voorbeeld het feit dat call-geld (zowel
door geldgever als door geldnemer dagelijks op
zegbaar) regelmatig even duur of soms duurder
was dan lang geld, illustreert duidelijk het toen
overspannen karakter van de markt. Aanleiding
hiertoe was de grote geldvraag van Amerikaanse
zijde op de Europese geldmarkten, waardoor tegen
hoge tarieven geld uit o.a. Nederland werd weg
gezogen.
In 1970 is de situatie eerst aarzelend, maar voor
al de laatste maanden in snel tempo veranderd.
Een complex van factoren waaronder een anti-
inflatieprogramma in Amerika, en het feit, dat de
oorlog in Vietnam op een laag pitje werd gezet
koelde aldaar de economie af en veroorzaakte een
lichte recessie. De vorig jaar tegen een hoge rente
opgenomen gelden werden op de vervaldatum niet
verlengd, maar stroomden naar Europa terug, on
der meer naar Nederland, omdat de gulden inter
nationaal als een sterke valuta gold. In de periode
juli tot en met oktober kwam hierdoor het enorme
bedrag van 2,2 miljard ons land binnen. Daar
door trad er hier een duidelijke ontspanning op de
geldmarkt op. Dat de markt pas midden november
echt ruim werd hield in belangrijke mate verband
met belastingbetalingen. De schatkist leeg op
28 september moest worden gevuld tot het re
cordbedrag van 1.863 miljoen (o.a. afdracht ven
nootschapsbelasting). Daarnaast moest tot half no
vember een renteloos tegoed bij de Nederlandsche
Bank ad 153 miljoen worden aangehouden.
De Nederlandsche Bank heeft door voornamelijk
in oktober 3 maands-dolars te kopen op een ho
gere koers dan de minimumkoers, waarop in het
kader van internationale afspraken moet worden
geïntervenieerd, welbewust aan een ontspanning
meegewerkt. Met datzelfde doel werd eerder dan
gewoonlijk al op 2 november bekend gemaakt, dat
de banken in de periode half november tot midden
december geen renteloos depot bij de Bank be
hoefden aan te houden.
In deze in betrekkelijk korte tijd van zeer krap
tot ruim geworden markt werd opeens van alle kan
ten geld aangeboden, zowel voor de korte als voor
de langere termijnen. Dit had uiteraard een zeer
snelle daling van de rente tot gevolg. Voor
termijnen tussen 3 maanden en 1 jaar daalde
517