FINANCIEEL OVERZICHT
HOOP OP OPLEVING OF JUIST OP ONTSPAN
NING
Terwijl men in de Verenigde Staten met spanning
wacht op tekenen van opleving van de economie
en ook de monetaire autoriteiten maatregelen zijn
gaan nemen om een herleving van de activiteit te
bevorderen, is men met name in West-Duitsland
en Nederland in afwachting van verschijnselen die
op ontspanning duiden. Tussen deze uitersten in
bevinden zich landen als bij voorbeeld Frankrijk,
welke een tamelijk evenwichtige ontwikkeling door
maken, waarbij men restrictieve maatregelen ge
leidelijk gaat afbouwen.
MONETAIRE MAATREGELEN GERICHT OP VER
BETERING WERKGELEGENHEID
In de Verenigde Staten kampt men nog steeds
met een aanzienlijke stagnatie. Het werkeloos
heidspercentage bereikte met 5,6 in oktober het
hoogste punt sedert 1964. Een aarzelende vraag
naar consumptiegoederen en een beperkte neiging
tot investeren hebben ertoe bijgedragen dat de
door de overheid verwachte opleving in het tweede
halfjaar niet tot stand is gekomen en in plaats van
te spreken over een pauze in de groei wordt meer
en meer de term recessie gebruikt.
De aarzeling uitte zich gedurende de afgelopen
maanden ook in een afzwakkende kredietvraag en
in toenemende besparingen. Het financierings-
potentieel van de banken nam sedert juni met
14 toe.
Teneinde stimulerend op te treden verlaagde de
Federal Reserve Board medio november op be
scheiden wijze het disconto en wel van 6 naar
5% Banken verlaagden hun prime rate van 7'/2
naar 7% In het buurland Canada volgde men
de discontoverlaging en vond er voor de 4e maal
in een halfjaar tijds een discontoverlaging plaats.
Beide landen hopen door renteverlaging de
sterk afgeremde neiging tot het doen van investe
ringen weer te vergroten, zij het dat de Verenigde
Staten in veel sterkere mate geconfronteerd wor
den met het voortbestaan van inflatoire krachten
en de ruimte voor stimulerende maatregelen be
perkt is.
ZWAKKE TEKENEN VAN ONTSPANNING
Keren wij terug naar Europa dan zijn zowel in
Frankrijk als in Duitsland monetaire, verruimende
maatregelen genomen.
In West-Duitsland verlaagde men het officiële
disconto van 7 naar 61/2 Het zogenaamde Lom
bard tarief voor effectenbelening daalde met 1
naar 8 Deze maatregelen zijn echter niet direct
gericht op een stimuleren van een vertraagd groei
ende economie.
Al zijn er in West-Duitsland enige symptomen
die wijzen op een lichte afzwakking van de vraag,
van een duidelijke vermindering van de econo
mische bedrijvigheid is vooralsnog geen sprake,
getuige de gespannen arbeidsmarkt en de druk op
het produktie-apparaat.
Het wordt opnieuw duidelijk dat het renteniveau
van tal van factoren afhankelijk is.
Niet alleen de kapitaalbehoefte en de besparin
gen in eigen land, maar ook de rente in andere
landen spelen een rol.
Rentepolitiek is niet alleen een belangrijk instru
ment bij het beïnvloeden van de conjunctuur maar
ook van de betalingsbalans. Men behoeft maar te
denken welke gevolgen veranderingen in de hoogte
van de rente hebben voor de kapitaalstromen. Ge
noemde renteverlaging in West-Duitsland werd
noodzakelijk teneinde de buitenlandse kapitaal
stroom naar Duitsland enigszins in te dammen.
Of deze verlaging voldoende effect zal opleveren
wordt echter betwijfeld.
Ook in Frankrijk hebben de monetaire auto
riteiten zich aan de ontwikkelingen aangepast. De
in 1968 ingevoerde en in de hefst van 1969 ver
scherpte kwantitatieve kredietrestricties zijn opge
heven en in oktober jl. werd het disconto verlaagd
van 71/2 naar 7
Genoemde maatregelen passen in een econo
mische ontwikkeling welke als evenwichtig ge
typeerd wordt.
516