studie voor bankbestuurders hiertoe bij. Was het totaal aan verstrekte kredieten in de private sector in 1960 1.275 miljoen gulden, in 1969 bedroeg het reeds 6.044 miljoen. Ondanks deze ontwikkeling is het eigen karakter dat raiffeisenbanken en boerenleenbanken onder scheidt van de andere instellingen op dit terrein niet verdwenen. De kredietverlening is een dienst verlening aan het publiek gebleven en geen be- leggingspolitiek van de bank. Ook in de andere facetten van het bankwerk zal dit principe van dienstverlening voorop blijven staan. Heeft de bank door de ontwikkeling van de laatste decennia dus veel verloren van haar lande lijke en agrarische karakter, zij blijft stevig ver ankerd in de plaatselijke bevolking. Daarvoor staat de coöperatieve vorm garant. Het is aan de andere kant duidelijk dat gezien bovenstaande ontwikkeling zeer hoge eisen gesteld worden aan de bestuurders. De geldende regel voor de organisatie, dat de ver antwoordelijkheid voor de algemene beleidsvoering berust bij het bestuur en dat de raad van toezicht belast is met de toetsing van het beleid ter be scherming van de belangen van de leden en tegen de achtergrond van het doel van de bank, heeft veel meer gewicht gekregen. Het dragen van de verantwoordelijkheid wordt steeds zwaarder. Voor lichting over de moderne problemen is noodzake lijk en toetsing van het beleid van de eigen bank aan dat van andere banken is evenzeer nodig en nuttig. DE DEELNEMERS Dat de plaatselijke besturen en raden van toe zicht dit begrepen hebben blijkt uit het grote enthousiasme, waarmede men vanaf het eerste uur deze conferenties tegemoet getreden is. In het begin konden de organisatoren zich nog slechts richten tot de jonge bestuurders. Hier was de be hoefte aan voorlichting het grootst en kon men ook het langst profijt trekken van de opgedane kennis in de praktijk van het werk. Thans is de organisatie zo volgroeid dat men deze beperking overboord heeft kunnen zetten, hoewel de nadruk natuurlijk blijft liggen op het aantrekken van de nieuwe bestuurders. Het is niet de bedoeling dat de bestuurders zich via deze cursus gaan begeven op het terrein van de bankfunctionarissen, hoewel voorlichting over de vele taken van de directeur en zijn personeel een nuttig onderdeel is van de scholing. Het gaat bij de bestuurdersconferenties zeer beslist om de beleidsvorming. Juist verdieping van de kennis van het bankwezen kan leiden tot een nog hechtere samenwerking tussen bestuur, raad van toezicht en directie. Het goed functioneren van de communi catie tussen de leiding van de bank en de bestuurs organen is voor nu en voor de toekomst een zekere waarborg. Waar bankbestuurders over het algemeen al actieve deelnemers zijn aan het maatschappelijke en organisatieleven, was het moeilijk een vorm te vinden, waarin een maximum aan efficiency kon worden bereikt. Gelukkig waren de instituten voor landbouwcoöperatie, die een rijke ervaring hebben in de organisatie van bestuurderscursussen, bereid deze bijeenkomsten te organiseren. DE CONFERENTIES Grote belangstelling dus voor de bestuurders conferenties, waarvoor men een geheel eigen me thodiek ontwikkelde. Wie voor het eerst de be stuurdersconferentie bezoekt, neemt over het al gemeen deel aan de eerste jaarscursus. In de volgende jaren kan hij zich dan wijden aan de stof van respectievelijk de tweede-, derde- en in dit seizoen voor de eerste maal vierde jaarscursus. In de vorm van syllabi wordt de deelnemers vooruit de nodige informatie gezonden en de te behandelen stof uiteengezet. Tijdens de con ferentie wordt na een korte inleiding het onder werp verder besproken in kleine werkgroepen en aan de hand van discussievragen en praktijkgeval len nader belicht. Daarna toetst men de meningen van de verschillende groepen in een algemeen ge sprek. Dit seizoen worden de volgende onderwerpen behandeld: de bestuursfunctie bij een coöp. raif- feisenbank (eerstejaars); het ontwikkelingsbeleid bij de coöp. raiffeisenbank (tweedejaars); de fi nanciering door de coöp. raiffeisenbank (derde jaars) en de interne bedrijfsvoering bij de coöp. raiffeisenbank (vierdejaars). Een logische opeenvolging van thema's dus, die uiteraard het best in dezelfde volgorde kan wor den afgewerkt. Op de bestuurdersconferenties wordt hard 504

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 18