toeristisch nevenbedrijf
datie besteed niet bij de investeringen zijn geteld.
Van de 86 geënquêteerden, die een opgave kon
den doen van de gedane investeringen, had 75
minder dan 5.000,geïnvesteerd en 60 min
der dan f 2.500,
De totale investering hangt uiteraard af van de
leeftijd van het bedrijf.
Voor wat betreft de gemiddelde jaarlijkse inves
teringen kwam slechts 16% met een jaarlijkse in
vestering van meer dan 1.000,uit de bus, ter
wijl 40% gemiddeld minder dan 100,inves
teerde. De cijfers tonen aan dat bij de exploitatie
van vakantiehuisjes relatief de grootste investe
ringsbedragen zijn vereist.
Naast de investeringen welke in het algemeen
beperkt blijven is het van belang na te gaan of er
veel arbeid nodig is voor de exploitatie van het
vakantieverblijf.
Aangezien dit bedrijf sterk seizoengebonden is
blijft het werk meestal tot enkele weken per jaar
beperkt. Bij tweederde van de bedrijven gaat het
om minder dan 5 weken per jaar.
INKOMEN
Zoals eerder gesteld vormt het toeristisch neven-
bedrijf veelal een reactie op de matige bedrijfsuit-
komsten en betekent toerisme een verbreding van
de inkomensbasis.
De vraag is gesteld welke betekenis deze aan
vulling op het inkomen had. Het is gebleken dat
de helft van de ondervraagden uit de exploitatie
van vakantie-accommodatie minder dan 15% van
het totale jaarinkomen behaalde. Voor slechts één
achtste betekende deze nevenactiviteit een ver
dubbeling van het inkomen.
Men heeft echter getracht een meer bedrijfs
economisch benadering van het inkomen te geven.
Bij de berekening van het financiële resultaat
werd rekening gehouden met kosten van onder
houd en afschrijvingen (variërend van 10% op
pensioninventaris tot 2 op de investeringen in
gebouwen), voorts werd 5 rente over het ge-
investeerde bedrag berekend, en 150,per
week per vreemde arbeidskracht, terwijl vaste be
dragen voor voeding werden afgetrokken. Het
resultaat van deze benaderingswijze heeft aange
toond, dat het additionele inkomen voor 57 van
de bedrijven, met minder dan 1.000,ronduit
teleurstellend is. Aan de andere kant verkrijgt
16% der ondervraagden een inkomen van
3.000,of meer, terwijl een kwart van de be
langhebbenden een jaarlijkse aanvulling op het
landbouwinkomen van 1.000,tot 3.000,
geniet.
Pensionbedrijven laten over de gehele linie de
gunstigste resultaten zien, terwijl kamerverhuur
zonder pension en in een aantal gevallen ook de
huisjesverhuur in mindere mate bijdroegen tot het
inkomen. Bij de verhuur van huisjes vormt de be
perkte schaal waarop dit plaatsvindt een belang
rijke oorzaak van de teleurstellende resultaten.
TOEKOMST
Gezien de matige resultaten is het interessant
kennis te nemen van de toekomstplannen van de
betrokkenen.
Het blijkt dat 12,5% van de mensen geen toe
komst meer ziet in het nevenbedrijf. Dit zijn veelal
de oudere bedrijfshoofden. Eén derde van de be
trokken agrariërs loopt met uitbreidingsplannen
rond. De rest van de mensen wil het bedrijf on
veranderd voortzetten.
Degenen die hun inkomen verder willen ver
sterken door uitbouw van het toeristisch neven
bedrijf zoeken het vooral in de richting van huisjes
en/of kampeerterreinen, alhoewel men in vele ge
vallen belemmeringen van overheidswege ver
wacht.
Van de ondervraagden was circa een zesde deel
bereid volledig over te schakelen op recreatie.
Het in dit artikel besproken rapport geeft een
inzicht in het wel en wee van een groep agrariërs
die zich bevinden in het grensgebied van landbouw
en recreatiebedrijf.
Een groot aantal zal het bedrijf in deze vorm
voortzetten en de nadelen ervaren van de dikwijls
te kleine opzet.
Daar staat tegenover dat deze bedrijven weinig
geïnvesteerd hebben en met hun relatief lage
prijzen kunnen concurreren.
De beroepsmatig uitgeoefende recreatiebedrij-
ven zullen echter meer kans maken door een
betere outillage. Een aantal agrariërs zal op den
duur de sprong kunnen maken naar het gespeciali
seerde recreatiebedrijf, mits er voldoende kennis
van zaken aanwezig is, alsmede vermogen voor
een voldoende grote opzet.
502