TOERISTISCH NEVENBEDRUF Het wisselende en dikwijls teleurstellende inko men van de kleinere landbouwbedrijven in toeris tisch attractieve gebieden heeft tal van agrariërs ertoe gebracht een aanvullend inkomen te winnen uit het toerisme. Zij doen dit door middel van kamerverhuur, ex ploitatie vtn kampeerterreinen en de verhuur van huisjes of bedrijfsgebouwen. Een gebied dat zich bij uitstek leende voor weekend- en vakantie- toerisme was van oudsher de Veluwe. Een steeds groter wordende groep agrarische ondernemers tracht hier zijn bestaansbronnen aan te vullen door aan toeristen woon-verblijfsaccom- modatie aan te bieden. Teneinde een beter inzicht te verkrijgen in de aard van deze bedrijven en de exploitatie-uitkom sten werd door het Landbouw Economische Insti tuut op verzoek van de Provinciale Landbouw kundige Dienst van Gelderland een onderzoek in gesteld in dit oudste en meest geliefde toeristen centrum. Dit onderzoek dat in zijn soort uniek genoemd mag worden vormt een welkome aanvulling op het schaarse materiaal dat over deze problematiek ter beschikking staat. Op het raakvlak van toerisme en landbouw doe men enkele belangrijke vragen op, waarvoor men in het onderhavige rapport getracht heeft een ant woord te vinden. Zo is het van belang te weten op welke wijze op agrarische bedrijven mogelijkheden worden gebo den om de vakantie door te brengen. Daarnaast is de vraag gesteld welke de betekenis is van het toeristisch nevenbedrijf als bron van inkomen. Ten slotte is het zeker van belang te weten welke uit breidingen in de toekomst zijn te verwachten. Het is daarom nuttig aan de publikatie enige aandacht te besteden. ONTSTAAN Van de 95 agrariërs met een toeristisch neven- bedrijf die geënquêteerd werden was een groot aantal pas na de tweede wereldoorlog met de exploitatie begonnen. Slechte bedrijfsuitkomsten, met name in de pluimveehouderij, speelden veelal een belangrijke rol. Naar de grootte gemeten komen deze neven- bedrijven het meeste voor bij die landbouwbedrij ven welke naar de maatstaven van het L.E.I. een omvang hebben van minder dan 600 bewerkings eenheden, uitgedrukt in levende have zijn dit be drijven met ca. 200 mestvarkens of 1.500 hennen. SAMENSTELLING VAN VERBLIJFSACCOMMODA TIE WIJZIGT ZICH Naast het verhuren van zomerhuisjes worden kampeerterreinen geëxploiteerd, kamers of delen van de bedrijfsgebouwen verhuurd. In de loop van de jaren hebben zich accentverschuivin gen voorgedaan. Het verhuren van kamers met pension, typerend voor het beginstadium nam af, verhuur van kamers zonder pension nam toe, terwijl er gedurende de laatste jaren steeds meer bedrij ven van start gingen met de verhuur van huisjes en de exploitatie van kampeerterreinen. Dit laatste laat zien hoe de agrariër zich weet aan te passen bij de gewijzigde recreatiegewoonten. Overigens neemt het aantal agrariërs welke meer dan een vorm van verblijfsaccommodatie toepassen toe. Hieruit blijkt het streven naar risico-spreiding. HUISJES Bij de geënquêteerde bedrijven waren er 40 die één of meer huisjes exploiteerden. Van de meer dan 100 huisjes was ruim de helft nieuw gebouwd, die overigen waren ontstaan door verbouwing. Een kwart van de betreffende bedrijven slaagde er slechts in de huisjes uitsluitend in het hoogseizoen te verhuren. De verhuurprijzen bleven in het alge meen beduidend beneden die van de echte gespe cialiseerde recreatiebedrijven. Driekwart van de be- Recreatieve bedrijfsmogelijkheden op landbouwbedrijven. Een oriënterend onderzoek op de Veluwe. L.E.I. 500

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 14