CENTRALE RINGVERGADERING muw mnum m De Ringzaal van de Centrale Bank, voor het eerst sinds jaren weer voor haar eigenlijke doel gebruikt, werd op 27 november 1970 wel op bijzon dere wijze opnieuw ingewijd. De Centrale Ring- vergadering had toen immers als voornaamste punt op haar agenda staan het streven naar een zo vol ledig mogelijke samenwerking tussen beide Cen trale Banken te Utrecht en Eindhoven. Het bericht hierover is in onze organisatie, met name in de ringvergaderingen, met grote instemming ontvan gen. Dat de Centrale Ringvergadering zich unaniem met dit streven kon verenigen, zal derhalve nie mand verbazen. Aldus heeft onze organisatie in deze zaak de eerste belangrijke beslissing ge nomen. Er zullen er nog vele van dergelijke aard moeten volgen. Dat werd op de vergadering ook onderkend en dit laatste vormde de hoofdmoot van de discussies. Met als uitgangspunt dat de op te richten Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank tot doel heeft het voorbereiden en bevorderen van de har monisatie van het beleid, de samenvoeging van bankactiviteiten en uiteindelijk de fusie, werd ter vergadering nog eens uitdrukkelijk gesteld, dat deze nieuwe bank in deze zaken geen besluiten kan nemen. Zij kan slechts voorstellen daartoe doen, waarover dan in beide organisaties op de daarvoor geëigende wijze besluiten moeten wor den genomen. Op de daarvoor geëigende wijze werd gezegd; nu voor het nog intensiever overleg de tot dus verre gebruikelijke communicatiepatronen binnen de organisaties nog niet in alle opzichten voldoen, zal in overleg met Eindhoven naar nieuwe vormen moeten worden gezocht. Trouwens, zo werd ge steld, ieder plan tot reorganisatie van de eigen organisatie zal met Eindhoven moeten worden be sproken om te voorkomen dat de organisaties ver der uit elkaar zouden groeien en daardoor het streven naar harmonisatie zou worden belemmerd. Uiteindelijk zullen dan de door beide organisaties 1-3* .3- Vele Ringvertegenwoordigers namen aan de discussie deel. genomen besluiten moeten worden neergelegd in de statuten van de éne Centrale Bank. Het behoeft geen betoog dat de (nog) bestaande verschillen met Eindhoven eveneens ter sprake kwamen, met name ten aanzien van de autonomie van de plaat selijke banken. Sterk werd gepleit voor het handhaven van een zo groot mogelijke mate van autonomie. Met be grip voor de bestaande verschillen zal door geven en nemen een zodanige vorm moeten worden ge vonden dat deze voor beide organisaties accep tabel is. Het gesprek hierover zal weldra worden begonnen. De besluiten hierover zijn weer aan de beide organisaties voorbehouden, waarna vastleg ging plaatsvindt in de statuten van de nieuwe Cen trale Bank. Ook op andere punten werd nog over het samen gaan gediscussieerd. Zo werd de situatie van het personeel, zowel op centraal als op lokaal niveau, 496

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 10