INTRODUCTIECURSUS
De gedachte dat men met opleidingswerk altijd
voor het voetlicht treedt is beslist niet juist. Wij
zijn geneigd te zeggen dat dit pas het geval is in
het laatste stadium van de werkzaamheden, als de
cursisten eenmaal het lokaal betreden en de lessen
kunnen beginnen. Maar daar gaat heel wat aan
vooraf. Werk waar de buitenstaander niet zoveel
van merkt.
Zo gaat het ook met de introductiecursus voor
nieuw personeel van onze banken. In de afgelopen
weken konden de deelnemers hiervoor aangemeld
worden. Op het moment dat wij dit schrijven is nog
niet precies bekend hoeveel aanmeldingen er bin
nen zijn, maar zeker is, dat dit aantal in de
honderden loopt.
En nu lijkt er even een stilte te vallen tot om
streeks maart 1971 als de eerste cursisten bijeen
zullen komen. Deze stilte is evenwel slechts schijn.
Achter de schermen gaan in de komende maanden
velen hard aan het werk. Leden van de werkgroep,
docenten (zowel directeuren als functionarissen
van de Centrale Bank) en vele anderen die er op
de één of andere manier bij betrokken zijn gaan
aan de slag om de organisatie, het programma, de
lessen, het lesmateriaal, kortom alles wat nodig is,
zo goed mogelijk voor te bereiden.
Pas dan kunnen we er, begin volgend jaar, met
een gerust hart mee voor het voetlicht treden.
ONDERNEMINGSRADEN
De Tweede Kamer heeft onlangs de behandeling
afgesloten van het ontwerp van een nieuwe wet op
de Ondernemingsraden. De nieuwe wet legt de ver
plichting tot het instellen van ondernemingsraden
als regel slechts op aan bedrijven waarin honderd
of meer personen werkzaam zijn. Bedrijven die
minder dan honderd personen in dienst hebben
kunnen op basis van vrijwilligheid tot instelling van
een ondernemingsraad overgaan.
Het nieuwe wetsontwerp brengt enige wijziging
in het karakter van de ondernemingsraden. Het
democratiseringsproces heeft ertoe geleid dat de
ondernemingsraden, naast de mogelijkheid van
overleg in het belang van het bedrijf als zodanig,
ook enige inspraak krijgen in het ondernemings
beleid zodra er grote persoonlijke belangen van de
werknemers op het spel staan. De inspraak van de
ondernemingsraden nieuwe stijl omvat een
recht van medespreken, een recht van advies en,
in enkele gevallen, een recht van medebeslissing.
In bedrijven waar ten minste 25 personen bene
den 21 jaar werkzaam zijn zal een jongerencom-
missie worden ingesteld. Deze commissie adviseert
de ondernemingsraad in alle zaken die voor de
jongere werknemers van belang zijn.
In de volgende nummers zal in details worden
ingegaan op de strekking en inhoud van het wets
ontwerp.
ALGEMENE PREMIES PAAR WET
Op 1 januari 1971 zal voor de eerste maal sedert
de inwerkingtreding van de Algemene Premiespaar-
wet de spaartermijn van vier volle kalenderjaren
zijn verstreken.
Dit betekent, dat na die datum een groot aantal
deelnemers zich bij de aangesloten banken zullen
vervoegen ter verkrijging van de spaarpremie over
de in 1966 verrichte besparingen. Besparingen niet
alleen uit hoofde van destijds gekochte spaar- en
effectenbewijzen, maar evenzeer (en in aanzienlijk
meerdere mate) uit hoofde van aflossingen op hy
pothecaire leningen en garantievoorschotten. Daar
naast zullen vele premie-uitkeringen plaatsvinden
aan bedrijfsspaarders en ambtenarenspaarders. Al
met al zullen de premie-uitkeringen in het kader
van de Algemene Premiespaarwet een veelvoud
belopen van het aantal Jeugdspaarwetpremies, dat
jaarlijks door de aangesloten banken wordt uitbe
taald. Om aan deze grote hoeveelheid premie
uitkeringen het hoofd te kunnen bieden, zullen de
met deze materie belaste functionarissen van de
aangesloten banken zeer goed op de hoogte moe
ten zijn van de diverse mogelijkheden, die de wet
ten aanzien van de aanspraak op spaarpremie
biedt, alsook van de voorgeschreven administra
tieve verwerking van de uitbetaalde premiebedra
gen.
Een grondige bestudering van de ter beschikking
staande documentatie, alsmede van de circulaires
welke de aangesloten banken omtrent dit onder
werp reeds hebben en wellicht nog zullen ontvan
gen, zal er in belangrijke mate toe bijdragen, dat
de grote stroom premie-uitkeringen in 1971 op
vlotte wijze wordt verwerkt.
446