VRAAG EN ANTWOORD VRAAG: Hoe staat het met de beschikkingsbevoegdheid bij een rekening ten name van meerdere personen? Wanneer kan er gewerkt worden met een hoofde lijke rekening? Wat zijn daarvan de consequenties in het bijzonder bij overlijden? ANTWOORD: Bij een rekening ten name van twee of meer personen moet onderscheid gemaakt worden, al naar mate de rekening wel of niet is gemaakt tot een hoofdelijke rekening. Is er geen sprake van hoofdelijkheid, dan kan alleen beschikt worden door de gezamenlijke reke ninghouders of hun gemachtigde. Een gegeven volmacht eindigt bij overlijden van een van de rekeninghouders; na overlijden kan er beschikt worden door de langstlevende tezamen met de erf genamen van de overledene. Hoofdelijkheid wordt alleen aangenomen, indien dit uitdrukkelijk bepaald is, dus als duidelijk de be doeling blijkt om een rekening tot een hoofdelijke rekening te maken. Voor het verzoek tot het openen van een hoofdelijke rekening bestaat te genwoordig een formulier (nr. 17271). In principe kan iedere rekening ten name van twee of meer personen gemaakt worden tot een hoofdelijke rekening. Daarbij kunnen de desbetref fende personen zowel gezamenlijk als ieder af zonderlijk over de rekening beschikken. Anders dan bij een verleende volmacht is hier eenzijdige intrekking van de bevoegdheid niet mo gelijk en evenmin eindigt de bevoegdheid van een der hoofdelijke rekeninghouders door het over lijden van de ander. De langstlevende kan dus zonder medewerking van de erfgenamen van de overledene over het hele spaartegoed beschikken. Dit geeft dus bepaalde voordelen, maar het kan ook naderhand een nadeel blijken te zijn, bij voor beeld als de twee personen later onenigheid krij gen. Ook moet nog worden opgemerkt, dat het welis waar mogelijk is om na het overlijden van de ene persoon het gehele tegoed uit te betalen aan de langstlevende, maar dat dit niet wegneemt, dat de mogelijkheid bestaat dat de erfgenamen van de overledene nog een vordering zullen kunnen in stellen ter verkrijging van het hun toekomende deel. Deze vordering zal echter niet met succes kun nen worden ingesteld bij de bank, want de bank is rechtsgeldig gekweten door uitbetaling aan een van de hoofdelijke rekeninghouders. Indien erfge namen van de overleden rekeninghouder nog een vordering zouden hebben, moeten zij deze vorde ring instellen bij de langstlevende die het geld heeft opgenomen. De verhuur van een safeloket kan eveneens ge schieden aan twee personen als hoofdelijke ge rechtigden, dus met de bepaling, dat zij zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk zullen kunnen beschikken. Na overlijden van de ene persoon zal dan de andere partij volledig bevoegd zijn om de inhoud mee te nemen. Daarmee wordt echter niets afge daan aan de aanspraken, die de erfgenamen van de overledene eventueel nog kunnen doen gelden tegen degene die de inhoud van de safe tot zich heeft genomen. De hoofdelijkheid, waarvan in het voorgaande sprake was, is een actieve hoofdelijkheid, dat wil zeggen hoofdelijkheid aan de kant van de schuld eisers van de bank. Daarnaast kennen we ook pas sieve hoofdelijkheid, dat is hoofdelijkheid aan de kant van de schuldenaren. Wanneer twee of meer personen gezamenlijk een voorschot of krediet van de bank krijgen, is het de gewoonte dat zij zich verbinden als hoofdelijke schuldenaren, zodat de bank ieder van hen voor het volle bedrag kan aanspreken. 481

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 43