LANDEA t
kosten is moeilijk exact te schatten; dat het een
hoge prioriteit zal krijgen in de economische poli
tiek blijkt onder andere uit de begroting voor 1971
van het Ministerie van Economische Zaken. Daarin
worden de jaarlijkse kosten voor milieubeheersing
geraamd op een miljard gulden (1 van het bruto
nationaal inkomen).
DE BEGRIPPEN MILIEU EN MILIEUHYGIËNE RUIM
INTERPRETEREN
Gezien het grote aantal organisaties, dat zich
met deze onderwerpen bezighoudt, zal het duidelijk
zijn dat lang niet ieder hetzelfde bedoelt, wanneer
deze termen worden gebruikt. In elk geval moeten
deze begrippen niet al te eng worden begrensd.
Milieu zouden we daarom willen omschrijven als:
„alle invloeden die inwerken op het (menselijke)
individu". Dit betreft zowel fysieke factoren (wo
ning, kleding, temperatuur, voeding, lucht, geluid,
trilling, straling, ziektekiemen) als psychische fac
toren (sociale, ethische en esthetische gevoelens).
Milieuhygiënische maatregelen kan men in aan
sluiting hieraan dan omschrijven als: „alles wat
zich bezighoudt met de bestrijding van op enigerlei
wijze als hinderlijk ervaren invloeden".
MILIEUVERSLECHTERING GEEN MODEBEGRIP
Eigenlijk is milieuverslechtering geen nieuw be
grip, hoewel dit door velen wordt gedacht. In feite
bestaat de gehele menselijke geschiedenis uit een
voortdurende strijd met de natuur.
Het primitieve jagen en vissen had evenwel nog
weinig evenwichtsverstoringen tot gevolg. Dit was
wel het geval toen men meer de landbouw ging
uitoefenen.
Door vernietiging van de natuurlijke vegetatie
(roofbouw) om gedurende een of enkele jaren een
opbrengst van voedingsgewassen te krijgen werd
het evenwicht verstoord.
In uitgestrekte gebieden kregen wind- en water
erosie vrij spel en op die manier zijn uitgestrekte
gebieden tot woestijn geworden (ruim 100 miljoen
ha d.w.z. ongeveer 50 keer het cultuuroppervlak
van Nederland). Een nog grotere oppervlakte is
bezig om woestijn te worden.
In ons land speelt de erosie echter niet zo'n
grote rol. Hier zijn het vooral de bodem-, lucht
en waterverontreiniging, de geluidshinder, de ver
keersopstoppingen en de onevenwichtige urbani-
sering en industrialisering die in toenemende mate
negatief worden gewaardeerd.
De invloed van de mens op zijn omgeving is
groter dan van elk ander organisme en dat wordt
nog versterkt door de snelle groei van de bevol
king en van de industrie.
Dat de milieuverontreiniging al een oud probleem
is blijkt ook uit het feit dat in 1273 in Engeland
reeds de eerste wet tegen de luchtvervuiling ont
stond. Men had toen veel hinder van de rook van
vette kolen als huisbrand.
Tegenwoordig zijn behalve de huisbrand vooral
het verkeer en de industrie belangrijke bronnen
van luchtverontreiniging. Dat vooral in de steden
het verkeer een van de grote vervuilers is, is deze
zomer wel gebleken in de grote steden in Japan
en in New York. In Japan heeft men zelfs zuurstof
automaten in de stad opgesteld om in kritieke
ogenblikken voor een opkikkertje te kunnen zor
gen. Verkeersagenten mogen daar uit gezondheids-
473