de betrokken banken. Zij kunnen immers als het geld goedkoop is op een dag het veelvoud van het gemiddelde tegoed per dag aanhouden en als het geld duur is veel minder of in het geheel niet „sparen". Aangezien het om belangrijke bedra gen gaat het gemiddelde tegoed dat van half mei tot medio oktober moest worden aangehouden bedroeg ruim 230 miljoen kunnen er daardoor grote schommelingen in de markt optreden. De beslissing omtrent de omvang van het tegoed, dat men op een bepaalde dag gaat aanhouden, wordt genomen aan de hand van de dagelijkse ontwikke ling en komt vrij laat in de morgen tot stand. De grote schommelingen in de call-rente bij voor beeld 3 september van V/2 naar 6 29 sep tember van 6 naar 41/2 geven hiervan een illustratie. Naast de onzekerheden ten gevolge van het renteloos tegoed speelde in de maanden september en oktober de afdracht van voornamelijk aanslagen vennootschapsbelasting een belangrijke rol. In totaal moet hiervoor in deze maanden ruim 2 miljard worden afgedragen. Uiteraard is het tijdstip waarop wordt betaald pas op het laatste moment bij de banken exact bekend. Het ligt voor de hand dat hierdoor in het van dag tot dag af te dragen bedrag grote verschillen optreden. Tegenover de uitgaven aan vennootschapsbelas ting stonden ook grote inkomsten. Als belangrijkste hiervan kunnen worden genoemd de vervallende onderhandse kasgeldleningen, eerder in het jaar voornamelijk door institutionele beleggers aan het Rijk verstrekt, en de aankoop van deviezen door de Nederlandsche Bank. Vooral de dollardeviezen- aankopen, die voor een belangrijk deel plaats vonden in de vorm van 3-maands swapaffaires (een aankoop met tegelijkertijd een verkoop over drie maanden) vormden onverwacht een tegen wicht tegen de belastingafdrachten, waardoor de markt ruimer was dan werd voorzien. Het is niet uitgesloten, dat de Nederlandsche Bank bereid blijft als een krapper wordende markt hiertoe aanleiding zou geven de swap transacties te continueren. Deze verkrappende tendens is inderdaad aanwezig. De naderende jaarultimo, de verwachte prijsstijgingen in 1971 (o.a. B.T.W.) gevoegd bij het effect van de aan velen reeds geheel of gedeeltelijk uitbetaalde 400,extra uitkering kunnen leiden tot een koopgolf (bijv. auto's). Dit kan o.a. leiden tot een sterke verhoging van het bankpapier in omloop en een ongunstige betalingsbalans. Intussen is het renteloos tegoed voor het tijdvak 15 oktober tot 15 november vastgesteld op 153 miljoen, dat is 116 miljoen lager dan in de voor gaande periode. Deze belangrijke verlaging, zal ontspannend werken en eventueel versterkt door verdere deviezenaankopen van de Neder landsche Bank, de verkrapping temperen. Tot slot willen wij nog opmerken, dat het moge lijk is een paard door middel van de teugels vol ledig naar zijn hand te zetten. Deze mogelijkheid heeft een geldmarktpartij echter niet. Die moet zich aanpassen aan de wijzigende omstandigheden. KAPITAALMARKT In tegenstelling tot de geldmarkt zijn de bewe gingen op de obligatiemarkt meer stabiel. Aan deze minder sterke fluctuaties van het renteniveau liggen factoren ten grondslag van meer structurele aard. Ook hier doet zich de moeilijkheid voor dat bij het maken van prognoses ten aanzien van het te ver wachten renteverloop met zeer veel elementen van zowel zuiver nationaal als internationaal belang rekening moet worden gehouden. Zo vormt onder meer de toenemende invloed van ontwikkelingen op buitenlandse markten, met name op de euro kapitaalmarkt, een zeker niet te verwaarlozen fac tor. Het eigen monetaire beleid per land, de valuta waarderingen, het al dan niet goed functioneren van de afzonderlijke markten, staan een volledige nivellering van het renteniveau in de ons om ringende landen in de weg. De totstandkoming van een monetaire unie met haar vrije geld- en kapitaalverkeer, haar gemeen schappelijk monetair beleid, belichaamd in een supra-nationale centrale bank, valt binnen enkele jaren nog niet te verwachten. Ten aanzien van de Nederlandse kapitaalmarkt kan gesteld worden dat de mogelijkheden tot het opnemen van kapitaal, zeker wat de grootte van het bedrag betreft, aan beperkingen onderhevig zijn. Vooral in een periode waarin de bruto-inves- teringen in activa op een zeer hoog niveau blijven gehandhaafd, terwijl de kredietverlening aan gren- 469

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 31