mogen zijn in die zin dat de landbouwbevolking meer inspraak zou verkrijgen in de problematiek van de ruimtelijke ordening. Het Franse landbouwkredietwezen is de laatste jaren sterk in beweging. Dat geldt met name voor de Caisses de Crédit Agricole Mutuel, welke hun centrale bank in Parijs hebben in de vorm van de in de twintiger jaren volgens een officieel statuut gestichtte Caisse Nationale de Crédit Agricole. Deze coöperatieve banken hebben zich lange tijd beperkt tot de agrarische kredietverlening, maar geleidelijk is men zich gaan beraden over een taakverruiming. Deze problematiek kreeg onder meer aandacht op de vorig jaar in Reims georga niseerde studiedagen van de Fédération Nationale du Crédit Agricole. In een toespraak legde de heer Jacques Mayoux, directeur-generaal van de Caisse Nationale de Crédit Agricole nadruk op het feit dat de land- bouwkredietbanken welke tot nu toe een louter plaatselijke functie hebben een meer regionale taak moeten krijgen, gericht op het financieren van nieuwe economische activiteiten op het snel veranderende platteland. Men zal zich moeten richten op investeringen die tot nu toe nieuw zijn voor het Franse landbouwkredietwezen. De banken van het crédit agricole moeten leningen kunnen verschaffen aan de spaarders, waar zij ook mogen wonen, aldus het verslag in Union Agriculture. Men moet voorts in staat zijn alle beoefenaars van vrije beroepen te financieren en alle bedrijven die direct of zijdelings met de landbouw verbonden zijn. De heer Mayoux wees met klem op de nood zaak een aantal aanvullende diensten in het pakket op te nemen. Er staan twee wegen open voor het landbouwkrediet: a. men kan zich uit naam van de zuivere coöpe ratieve gedachte beperken tot de landbouw sector en het platteland; b. men kan vooruitstrevend zijn en optreden als promotor van de regionale ontwikkeling. De vraag is of de organisatie thans een bewuste keuze moet doen voor de toekomst. Ook Le Monde van 17 september jongstleden besteedde aandacht aan de „transformatie" van de landbouwkredietbanken in meer algemene banken. Genoemde voornemens stuiten overigens niet alleen op het verzet van landbouworganisaties maar ook op verzet van de handelsbanken. De banken zien in de C.N.C.A.-organisatie een concurrent welke dank zij beschermende maat regelen groot geworden is. De Franse minister van Landbouw, tevens voorzitter van de raad van toe zicht van de C.N.C.A. heeft gesteld dat deze or ganisatie agrarisch blijft maar zich meer op het platteland als geheel gaat richten. In plaatsen be neden de 5.000 inwoners zullen de regionale ban ken aangesloten bij de C.N.C.A. aan iedereen per soonlijke leningen kunnen verschaffen, tegen op de markt gangbare voorwaarden. Ook zal de Caisse Nationale via haar filialen in dezelfde gemeenten financieringen kunnen ver richten o.m. ten behoeve van de industrie, handel, het ambacht en toeristische bedrijven. Voor wat betreft de woningbouw zullen de acti viteiten van de regionale banken worden uitgebreid in die zin, dat men woningen in gemeenten met minder dan 5.000 inwoners zal kunnen financieren. Ook zullen de banken hypothecaire leningen kun nen verschaffen aan personen buiten de landbouw werkzaam, mits dit het verkopen van landbouw grond, bosgrond e.d. impliceert. De Caisse Natio nale zal via haar filialen directe leningen kunnen verschaffen aan landbouwprodukten verwerkende industrieën, terwijl tot nu toe in coöperaties werd deelgenomen. De terreinverbreding voor de organisatie heeft ook gevolgen voor de opzet van de Caisse Na tionale. Deze bezit dochterinstellingen die zich gespecia liseerd hebben in hypotheken, in financiering van roerende goederen etc. Een nieuwe dochter zal zich bezig moeten houden met bedrijfsuitrustingen, toerisme en alle investe ringen rond de toenemende vrijetijdsbesteding. Inmiddels gaan reeds stemmen op die betogen dat, nu Franse landbouwkredietinstellingen alge mene banken gaan worden, zij aan het algemeen geldende fiscale regime (la patiente) onderworpen zouden moeten worden. Le Monde becijfert de extra fiscale last op 200 miljoen francs. Tussen de wensen van coöperatoren die behoudend zijn enerzijds en de handelsbanken, die afschaffing van de privileges van de landbouwkredietbanken be- 461

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 23