landbouwcommentaar
moeten de inkomenstoeslagen worden bepaald
zullen bij handhaving van het huidige inkomens
niveau de overheidsuitgaven voor de landbouw
hierdoor zeer sterk stijgen. Bovendien moet de
vraag worden gesteld of door zulk een inkomens
beleid de produktiecapaciteit in de landbouw zal
worden beperkt en dus het marktevenwicht bevor
derd. Wij zijn geneigd deze vraag ontkennend te
beantwoorden, omdat dit systeem in beginsel niet
de bedoeling heeft om grond uit produktie te
nemen of op een andere wijze de produktie te be
perken.
Misschien dat met lage prijzen en aflopende in
komenstoeslagen wel het proces van de structuur
hervorming in de landbouw sneller zou verlopen,
maar ook dit is lang niet zeker. Bovendien dient
dit proces niet koste wat het kost te worden ver
sneld. Het tempo dient veeleer verband te houden
met de mate waarin de volkshuishouding in staat
is de vrijkomende agrarische arbeid in het produk-
tieproces op te nemen."
CONCLUSIE: PRIJSVERHOGING
Inmiddels lijkt het er nu (eind oktober) op, dat in
de praktische E.E.G.-politiek de vraag „toeslagen
of hogere prijzen?" nauwelijks aan de orde zal
komen.
Dr. Mansholt legde deze vraag voor aan het
Landbouwschap op zijn toernee langs de E.E.G.-
landbouworganisaties. Het Landbouwschap kwam
het eerste aan de beurt en reageerde afwijzend op
de denkbeelden van de Euro-commissaris over
toeslagen. Het is ons niet bekend of dr. Mansholt
daarna deze gedachte heeft laten vallen. Uit de
verdere berichten over zijn toernee zijn de toe
slagen verdwenen. Volgens een Parijse G.P.D.-
correspondent maakte Mansholt bij de Franse
boeren een goede beurt door op te merken, dat in
de industrie de lonen in het afgelopen jaar twee
maal zo snel waren gestegen als in de landbouw.
Na zijn toernee had de heer Mansholt een be
spreking met het C.O.P.A.-presidium, waarbij bleek
dat enige prijsverhoging bij hem niet meer op door
slaggevende bezwaren stuit. Het wachten is nu op
de voorstellen van de commissie, waarmee de heer
Mansholt echter geen haast schijnt te hebben zo
lang de Raad van Ministers zich niet bereid toont
ernst te gaan maken met een gemeenschappelijk
structuurbeleid.
1898.
Koningin Wilhelmina werd ingehuldigd en madame
Curie vond het radium. Spanje en de Verenigde
Staten voerden een bloedige zeeoorlog en het
voorspel tot de Boerenoorlog was begonnen. Or-
ville Wright had vijf jaar tevoren een vlucht van
enkele seconden gemaakt in zijn vliegmachine en
Henry Ford prutste in een schuurtje voort aan zijn
automobiel.
In Nederland richtten de coöperatieve boerenleen
banken twee centrale banken op. Gezien tegen de
achtergrond van de zeven decennia geschiedenis,
waarin het wereldbeeld zo totaal veranderd is, lijkt
dat jaartal al ver weg. Maar de oude notulenboeken
liggen nog in de kast op de bestuurskamer en in
het bestuur zien we vaak nog dezelfde namen, al
zijn ze dan ook van een volgende generatie.
Nu is er een nieuw jaartal, dat in de toekomst vaak
aanleiding zal zijn tot overdenkingen.
De redenen waarom de pioniers van toen twee
centrale banken hebben gesticht zijn vaag gewor
den en uitgewist door de hand des tijds. De be
stuurders van nu hebben duidelijk en klaar gesteld
waarom een samengaan geboden is.
Ze kozen daarvoor een moderne manier, vind ik.
Belangrijke boodschappen worden tegenwoordig
verpakt in kleurboeken" aan ons doorgegeven; er
zijn zwartboeken en witboeken en rode boekjes.
Wij hebben nu ons eigen groene boekjeI
Een kleur die bijzonder wel gekozen is. Groen im
mers is de kleur van de hoop en bovendien een
symbool van onze agrarische afkomst.
Het groene boekje geeft een duidelijke weg aan in
een richting die zich door de ontwikkelingen van
de laatste jaren steeds overtuigender ging af
tekenen.
Een kassier van een volgende generatie zal mis
schien nog eens mijmeren over het jaar 1970.
Hij zal het een belangrijk jaar noemen.
Terecht, dacht ik.
Cas Sier
450