dat is de kwestie
INKOMENS
TOESLAGEN
OF HOGERE
PRIJZEN
De strijd om verhoging van de landbouwprijzen
is in volle gang. In enkele E.E.G.-landen hebben de
landbouworganisaties reeds hun eisen voor het sei
zoen 1971-1972 op tafel gelegd. De snelle kosten
stijgingen in andere sectoren van de economie
hebben de boereninkomens ondanks een meer dan
gemiddelde stijging van de arbeidsproduktiviteit
danig aangetast. Deze ongunstige ontwikkeling
wordt sterk geaccentueerd door de tegenslagen
met de „vrije" produkten, zoals pluimvee en eieren
en groenten en fruit. Ook de prijzen van aard
appelen en varkens, die in het afgelopen jaar op
tal van bedrijven het inkomen gunstig hebben be
ïnvloed, vertonen thans een weinig rooskleurig
beeld. Het is dan ook geen wonder, dat er hier en
daar in de boerenwereld protestbewegingen ont
staan. In ons land is dat vooral het actiecomité van
de Friese Maatschappij van Landbouw en van de
A.B.T.B. Dit actiecomité heeft als zijn mening uit
gesproken dat minister Lardinois in Brussel om
een prijsverhoging van minstens 10 procent moet
vragen. Zoals bekend heeft het Landbouwschap
5 procent gevraagd.
DE HAALBAARHEID
Wij willen allerminst beweren, dat de ontwikke
ling van de agrarische inkomens na enkele jaren
prijsbevriezing geen argumenten biedt voor een
prijsverhoging met méér dan 5 procent. De cijfers
die het L.E.I. onlangs (Inlichting no. 107) publi
ceerde en die waren gebaseerd op bedrijven boven
448