De heer C. G. A Mertens, voorzitter van de Raad van Beheer van de Coöp. Centrale Boerenleenbank en dr. A. J. Verhage, voorzitter van de Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank, werden tijdens de persconferentie ook geïnterviewd door de N.O.S. pecten van dit samengaan alle aandacht kregen. Extra vermelding kreeg daarbij, zoals te verwach ten was, de conclusie op grond van objectieve gegevens, dat raiffeisenbanken en boerenleen banken tezamen het grootste balanstotaal van alle Nederlandse bankinstellingen hadden. Niet alleen echter de verwerkelijking van dit samengaan binnen onze beide organisaties werd belicht. Ook werd uitvoerig geïnformeerd naar de gevolgen voor het personeel binnen beide organi saties. Geconcludeerd werd, dat de binnen het kader van de S.E.R.-fusieregels ingelichte vak bonden met de Centrale Banken van oordeel waren, dat de belangen van het personeel in zijn totaliteit geenszins onder dit samengaan hebben te lijden. Het is niet doenlijk en ook niet nodig hier al het besprokene te verslaan. Belangrijk is slechts te constateren, dat een zo veel omvattende beslissing blijkens de ter sprake gekomen zaken alle aan dacht krijgt, die zij verdient. Een goede voorlichting is daarbij onontbeerlijk. 393

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 7