Hoewel wij allen in onze Raiffeisen-organisatie
het gehele jaar dóór denken aan ons werk en aan
de verdere ontwikkeling, geeft de maand oktober
altijd weer aanleiding om hier wat nader bij stil te
staan. Dit jaar is er nog te meer aanleiding tot
overdenking nu door het Bestuur van onze Centrale
Bank en door de Raad van Beheer van de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank is aangekondigd
dat ernstig wordt gestreefd naar een zo volledig
mogelijk samengaan, wat inhoudt dat na een over
gangsperiode een fusie tussen beide organisaties
in de bedoeling ligt.
De reacties in onze organisatie, vooral na het tot
stand komen van een gemeenschappelijk vesti
gingsbeleid, geven het vertrouwen dat de opvat
tingen van de bestuursorganen van beide organi
saties in onze organisatie algemeen zullen worden
gedeeld. Dit geeft moed om met dit grootse werk
te beginnen. Overigens is dit alles niet verwonder
lijk omdat deze samenwerking en het streven naar
volledig samengaan naar mijn mening volkomen
passen in de doelstelling van beide organisaties.
Wanneer de overgangstijd vlot en goed verloopt,
dan hoop ik dat ook op het plaatselijke niveau de
samenwerking tussen raiffeisenbanken en boeren
leenbanken zal worden versterkt. Dit moet ook wel,
nu wij ons als doel hebben gesteld in een afzien
bare toekomst te komen tot één organisatie. Allen,
die bij de verwezenlijking van dat doel in hun
dagelijkse werk zijn betrokken, beseffen dat dit
grote inspanningen zal vragen. Het zal ook de
medewerking van velen in de organisatie eisen. Op
deze medewerking mag naar mijn gevoel met een
gerust hart een beroep worden gedaan omdat wij
ons bewust moeten zijn dat wij de financiering van
de bedrijven van onze leden door de verwerke
lijking van onze voornemens nog beter willen ver
zorgen. Daarbij komt en het is er eigenlijk een
uitvloeisel van dat wij ook het dienstbetoon aan
het publiek nog verder zullen moeten intensiveren.
De ontwikkeling in onze organisatie en in onze
zusterorganisatie in Eindhoven gaat snel. Dit komt
overeen met de maatschappelijke ontwikkeling die
wij iedere dag kunnen waarnemen. In dat waar
nemen zien wij dat er niet alleen een snelle ont
wikkeling is, maar dat de veranderingen voor een
deel ook een ander karakter hebben dan vroeger.
Wij zijn er ons allen van bewust dat wij ons
daarbij moeten aanpassen, wat de bestuursorganen
van beide Centrale Banken met het boven
genoemde besluit ook hebben nagestreefd.
De plaatselijke banken doen dit regelmatig door
uitbreiding van het dienstbetoon aan het publiek,
wat onder andere modernisering, eventueel auto
matisering van de administratie eist. Dit weer
spiegelt zich mede in de huisvestingsbehoeften.
Bij de Centrale Bank heeft dit niet alleen ge
volgen voor de administratieve afdelingen, maar
vooral ook voor de afdelingen, die een adviserende
en begeleidende taak hebben. Daardoor is ook bij
de Centrale Bank een huisvestingsprobleem ont
staan, waarvoor provisorische oplossingen zijn ge
vonden. Aan een definitieve oplossing kan echter
ook de Centrale Bank niet ontkomen, ook niet na
de aankondiging van het streven tot volledig
390