Reeds lange tijd tevoren waren de nieuwe munten in een speciale souvenirset te koop. stukken. De nieuwe „zilveren" munten kunnen in beide groepen winkels en bedrijven worden ge bruikt. De laagste waarden ook, maar alleen in aantallen van 6 of 21/2 pennies om op vergelijkbare of benaderde waarde uit te komen. Vele zaken zullen gebruik maken van dubbele prijskaartjes om de kopers bij het vergelijken te helpen. Men verwacht trouwens dat binnen enkele weken na D Day driekwart van de handel zal zijn overgegaan op het decimale stelsel. De verandering in deze periode eist ook van de miljoenen dagelijkse kopers een mentale omscha keling, die niet voor iedereen even eenvoudig zal zijn. Vooral oudere mensen zullen de eerste tijd moeite hebben met het tellen en budgetteren vol gens het nieuwe systeem. Daarom zal voor D Day aan elk van de 18 miljoen huisgezinnen en alleen staanden een tweetal tabellen, „Shoppers' Tabels", waarop oude en nieuwe prijzen staan vermeld, worden toegezonden. De vierde fase is kort en bondig en bestaat uit het intrekken van de oude munten van 1, 3 en 6 pennies, waarmede dan automatisch een einde is gekomen aan de heerschappij van de oude Engelse Ponden, Schellingen en Penningen DE LANGE WEG NAAR HET DECIMALE STELSEL Sinds de 12e eeuw is het huidige Engelse Pond in gebruik geweest en uit de geschiedenisboeken blijkt dat reeds in het jaar 770 in het graafschap Kent een zilveren penny werd geslagen. De eerste voorstellen om te komen tot een deci maal geldstelsel dateren reeds van meer dan 150 jaar geleden. Daarna deden koninklijke commissies in 1841 en 1843 in rapporten aanbevelingen ten gunste van het decimaliseren van het Engelse Pond. Men stond toen een verdeling voor in dui zend farthings. In 1849 deed als eerste stap op de goede weg de florin, het twee shillingstuk, zijn intrede als 1/10 Pond. Daarna echter was er een andere koninklijke commissie, die zich na haar in stelling in 1856 uitsprak tegen elke wijziging van het bestaande stelsel. Het meerderheidsrapport van een volgende commissie bevestigde in 1918 dit standpunt nogmaals. In 1951 verscheen er een rapport over het me trieke stelsel, dat ook verandering van het munt stelsel aanraadde. De regering legde de conclusies van deze commissie naast zich neer. In mei 1960 kwam er een rapport van de Britse Vereniging voor de Vooruitgang van de Weten- 47R

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 42