DE VIER FASES VAN DE MUNTHERVORMING Zo zal dan 165 jaar later dan de meeste Europese landen ook Engeland overgaan tot het decimale stelsel. In de fabrieken van de Koninklijke Munt in het plaatsje Llantrisant in Wales wordt al vanaf eind 1968 gewerkt aan de produktie van de nieuwe Engelse munten. Voor de eerste periode zullen er in totaal ongeveer zes miljard nodig zijn. Tijdens de eerste fase die in de loop van 1969 is begon nen en duurt tot aan D Day, zijn reeds drie nieuwe munten in omloop gebracht, de „zilveren" munten van 5, 10 en 50 pennies. Ook is men bezig met het intrekken van de oude munten. Op 1 augustus 1969 werd de oude halve pennny uit de circulatie genomen en op 1 januari a.s. moet de halfcrown, het geldstuk van 21/2 shilling, aan het geldverkeer onttrokken zijn. De nieuwe munt van 50 pennies dient vooral ter vervanging van het biljet van 10 shilling, dat vóór D Day geheel aan de circulatie zal zijn onttrokken. Reeds in deze eerste fase zijn talrijke maatrege len nodig, zoals het aanpassen van de verkoop automaten die werken op de oude halfcrowns. De tweede fase wordt gevormd door D Day zelf. Dan zullen de nieuwe munten van y2, 1 en 2 pen ny in omloop worden gebracht, waarmede de vol ledige serie nieuwe decimale munten in gebruik zal zijn. De oude 1, 3 en 6 pennystukken blijven nog in omloop. De handel is nog niet verplicht over te schakelen op het decimale stelsel, hoewel de meeste zaken mensen dit ongetwijfeld zullen doen. Dit ook, om dat de banken vanaf die datum wel al hun trans acties in het decimale stelsel zullen uitvoeren. Op die dag schakelen de P.T.T., de Belastingdienst, de instellingen voor sociale verzekeringen en vele grote industrieën over. Na D Day treedt dan de derde fase in werking. Men verwacht dat deze achttien maanden zal duren. Zij is bedoeld als overgangsperiode, want in deze maanden zullen meer dan vijf miljoen geldauto maten, telefoons en kantoormachines moeten wor den veranderd of vervangen. In het vervangen schuilt een zware belasting voor de betreffende industrieën daar in vele bedrijven zal worden over gegaan tot het moderniseren van het kantoor- machinebestand of de kasregisters zullen worden vernieuwd. In deze fase zullen sommige winkels nog door gaan met het handeldrijven in de oude geldeenheid, omdat nog niet kon worden overgeschakeld op decimaal tellende kasregisters. In deze winkels gebruikt men nog de 6-, 3- en 1-pennystukken als wisselgeld. Waar de overgang heeft plaatsgevon den werkt men met de nieuwe 2-, 1- en 1/2-penny- 427

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 41