v 1 IKl ffff* §- -li kapitaal en het vreemde vermogen, dat op zichzelf geen risico draagt. De functie van het eigen ver mogen is voor de kleine zelfstandige bedrijven bij zonder groot en wordt in feite jaar in jaar uit groter. Wanneer het eigen vermogen niet meegroeit met de totale vermogensbehoefte van het bedrijf, met name in een periode, dat de kwetsbaarheid van het bedrijf steeds groter wordt, komt het bestaan van het bedrijf direct in het geding. De buffer voor het dragen van risico's, maar ook de basis voor de verdere continuering en de aanpassing wordt geringer en komt te vervallen. Dit eigen vermogen moet verkregen worden door besparingen, en bij de gezinsuitgaven zal men de steeds noodzakelijke vermogensvorming in het oog moeten houden. Het zou in feite uitgesloten moeten zijn, dat de boer en tuinder genoegen moeten nemen met een aanzienlijk lagere levensstandaard dan iedereen rondom hen. Een belangrijk aspect van de vermogensvorming wordt ook gevormd door de mogelijkheden, welke de ondernemers in het kader van het belasting stelsel hebben om uit het inkomen middelen te kunnen aanwenden; geld vrij te houden voor de noodzakelijke Investeringen. Het voorstel, dat de regering onlangs heeft in gediend bij de Tweede Kamer om bepaalde groe pen van kleine zelfstandigen de mogelijkheid te geven de investeringen in één jaar, voorzover zij de f 2.000,passeren, voor 10% van hun in komen belastingvrij af te trekken, geeft reeds een verruiming. Hiermede zijn we er echter nog niet, want de geweldige snelle economische ontwikkeling vergt heel veel van de tuinder. De tuinder, is nu een echte ondernemer geworden. Hij moet althans een echte ondernemer zijn. Opleiding en bijscholing zijn belangrijke zaken, want hij moet immers organisator zijn, en hij moet de financiering verzorgen. Een goede boekhouding is daarbij noodzakelijk, want die leert immers hoe het bedrijf draait en hoe het gaat met de financie ring. Niet iedere ondernemer zal deze ontwikkelingen kunnen volgen. Aan deze groep de slachtoffers van de economische vooruitgang zal nog meer daadwerkelijke aandacht moeten worden geschon ken door de overheid en het georganiseerde be drijfsleven. Prof. dr. F. \NJ. Kriellaars aan het woord. Het is in deze maatschappij, waarbij men tracht en er ook in menig opzicht in slaagt om iedereen, die buiten zijn schuld in moeilijkheden verkeert te helpen, onaanvaardbaar, dat men zelfstandigen niet op een sociaal-economisch verantwoorde wijze zou opvangen, als ze de ontwikkelingen niet meer kun nen bijhouden, aldus prof. Kriellaars. SCHAALVERGROTING Het beraad in de zeven secties over de gevolgen van de economische groei voor de bedrijfsontwik keling en de financiering leiden tot de navolgende opmerkingen. De schaalvergroting in de tuinbouw zal in de naaste toekomst onverminderd voortgaan. De be drijven en ondernemers van de bedrijven zullen zich moeten aanpassen aan deze ontwikkeling, teneinde de inkomensontwikkeling bij te houden. Niet alle tuinders zullen deze ontwikkeling kun nen volgen. Voor de groenteteelt onder glas wordt verwacht, dat 50 van de bedrijven in deze bedrijfstak zullen afvallen gedurende de komende 5 a 10 jaar. Bij de champignonkwekers zullen 400 van de 1100 bedrijven verdwijnen. Voor de hieruit resulterende bedrijfsbeëindi gingen is het noodzakelijk, dat de saneringsmoge- 419

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 33