VERSTERKT LANDROUWRELEID De maand september stond bol van het nieuws, ook op agrarisch gebied. Als we in chronologische volgorde een greep doen, moeten we beginnen met de opening van het enorme veilingcomplex West- land-Noord op 1 september. De tweede week van de maand stond geheel in het teken van het 125- jarig bestaan van de Gelderse Maatschappij van Landbouw en de jubileumtentoonstelling GG 125. In dezelfde week hielden de F.N.Z. en de Kon. Heidemij hun jaarvergaderingen, uiteraard te Arn hem. Hét grote nieuws kwam op Prinsjesdag met nogal schokkende voorstellen van de regering en met de landbouwbegroting, die echter minder ver snelling in de agrarisch structuurbeleid aankon digde dan velen hadden gehoopt. En tenslotte moeten we nog noemen de vergadering waarin het Landbouwschap stilstond bij 25 jaar geïnstitutiona liseerde samenwerking tussen de organisaties van de boeren en van de landarbeiders, en de bespre king die het Landbouwschap op 18 september ten kantore van de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven had met dr. Mansholt. Dat was een dag nadat het grote nieuws over Utrecht en Eindhoven bekend was gemaakt groot nieuws voor de fi nanciële wereld, maar ook voor agrarisch Neder land. KOELE ONTVANGST De begroting voor 1971 en de daarbij behorende memorie van toelichting van minister Lardinois zijn door de landbouwwereld koel ontvangen. Door de hele landbouwpolitieke sfeer van het afgelopen halfjaar was tegen beter weten in de gedachte ge groeid dat de regering extra aandacht aan de landbouw zou willen besteden. De problemen sta pelen zich op en dat komt voor een groot deel doordat de ontwikkelingen buiten de landbouw zo snel verlopen inclusief de inflatie. In de memorie van toelichting kunnen we lezen dat de minister de agrarische zorgen deelt en dat hij meent er met deze begroting wat aan te doen. Hij maakt gewag van een versterkt landbouwbeleid, scherper gericht op de problemen die in het bij zonder als knelpunten moeten worden beschouwd voor de zo noodzakelijke aanpassingen in land- en tuinbouw. De bewindsman, die „zich in belangrijke mate betrokken voelt bij uitingen van agrarische onrust en onzekerheid" (misschien dacht de mi nister bij het schrijven van deze mooie woorden aan zijn ontvoering door Friese plattelandsvrouwen) wil in de allereerste plaats de afvloeiing uit de landbouw bevorderen. Daartoe zal hij de geld middelen van het Ontwikkelings- en Sanerings fonds met 20 miljoen verhogen tot f 77 miljoen. Dit is uiteraard een welkome uitbreiding van de O- en S-activiteiten, die speciaal voor het noorden van het land nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden zal kunnen openen. Maar overigens is de stijging 397

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 11