De tweede C in on^e naam [wl Voluit is de naam van de X Coöperatieve Centrale Raif- L__J feisen-Bank fraai als brief hoofd, maar de praktijk heeft zich voor de C.C.R.B. terecht een hand zamer benaming gekozen. Vanouds wordt binnen onze orga nisatie kortweg gesproken en ge schreven over „de Centrale Bank" en die paar woordjes zijn in de loop der jaren zo vaak gebruikt en zo vertrouwd geworden, dat ze tot één woord zijn samengesmolten en worden uitgesproken als „des- se ntralebank" De kenners onder ons weten, dat deze korte aanduiding overigens niet waterdicht is. Er is gevaar voor misverstand. De boerenleen bankorganisatie immers denkt bij centrale bank" niet aan Utrecht maar aan Eindhoven. Zo'n mis verstand is tussen insiders, die de beide verwante organisaties ken nen, snel opgelost, maar moeilijker wordt het met buitenstaanders vooral wanneer deze iets van het bank- en geldwezen afweten. Met het begrip „centrale bank" wordt in de economie nl. de circulatie bank van een bepaald land be doeld, b.v. onze Nederlandsche Bank. Je moet tegenover buiten landers altijd voorzichtig zijn met vertalingen als Central Bank, Ban- que Centrale e.d.! Het Centralein onze naam dateert van 14 novem ber 1903, toen de huidige naam van de Centrale Bank werd vastgesteld De tweede C is dus beslist geen moderne bevlieging. Laat ons dat goed onthouden in onze eigen tijd, waarin het woord 1) De Centrale Bank werd in 1898 opge richt onder de naam Coöperatieve Ver eniging van Raijfcisenbanken en Land bouw verenigingen. centraal voor alles en nog wat schijnt te moeten worden gebruikt, van babysitcentrale tot centrale be jaardenzorg toe. In ons geval is het centraleveel meer dan een loze kreet, meer dan een zelf ge kozen naam, die in de ogen van derden indruk moet makenhet is een naam, die een essentiële ka rakteristiek tot uiting brengt. Door het woord centraal is in de naam van de Centrale Bank tot uitdrukking gebracht, dat deze een top-coöperatie is. Dat stempel heb ben de gezamenlijke leden door de naamswijziging in 1903 bewust op hun overkoepelende organisatie gedrukt door het woord centrale te kiezen. Van onderop, als de wens van de individuele banken, die tezamen de Raiffeisenorganisatie vormden, is het tot deze top-orga- nisatie, de Centrale Bank gekomen. Wij hebben hier een prachtig voor beeld van een zich vrijwillig langs democratische weg organiseren van velen, nl. de aangesloten ban ken, in een hoger verband, nl. de Centrale Bank. Een voorbeeld, dat hoeven we het eigenlijk te zeg gendiametraal staat tegenover de vele centralistische, absolutisti sche tendenzen, die we in deze eeuw tegen zijn gekomen en nog tegenkomen en waarbij van boven af de macht op één punt wordt geconcentreerd. Noblesse oblige, dat geldt ook voor de Centrale Bank: zij moet haar naam eer aan doen, óók de tweede C van die naam! In 1903 stonden aan de aangesloten banken bepaalde cen trale taken voor hun topcoöperatie voor ogen, die voor die tijd zeer ingrijpend waren. Want dat „Cen trale" was inderdaad nooit een loze kreet. Het zal dat ook nooit worden, zolang de tweede C in de naam prijkt. De Centrale Bank zou anders haar eigen naam en opdracht onwaardig zijn. Juist daarom is ook de meest van zelfsprekende zaak, dat het cen trale van thans veel meer omvat, moet omvatten, dan het centrale van 1903. In dit opzicht is de Centrale Bank met de lokale banken meege groeid, die immers ook in heel andere omstandigheden verkeren dan in 1903, in 1929, in 1940 en zelfs ook 10 of 5 jaar geleden. Geeft dit nooit eens spanningen tussen top en basis, tussen de Cen trale in Utrecht en de lokaal wer kende bank? Wij antwoorden daar op ja, die spanning is er af en toe zeker. 7.ij is er altijd hier en daar geweest, door onze hele ge schiedenis heen en zij is, wij ge loven dit oprecht, in wezen een heilzaam element in de structuur van onze organisatie. Zij herinnert de lokale banken er aan, dat de centrale functie van de Centrale Bank van onderop uit de banken zelf is opgekomen en zij is anderzijds voor de centrale bank een teken, dat deze functie niet in een absolutistische macht mag ontaarden. Deze spanning zal zich daarom, wanneer zij zicli in een concreet geval mocht voor doen, altijd moeten oplossen in het gezamenlijk, aan de top én aan de basis, onderkennen van wat de tweede C eigenlijk impliceert. Dit zal ons niet moeilijk vallen, want het daarvoor nodige onder linge begrip en vertrouwen is in onze organisatie beslist aanwezig- Bovendien is het niet toevallig, dat onze tweede C, alle spraakgebruik van kortweg Centrale Bank ten spijt, ingeklemd staat tussen de eerste C van Coöperatieve en de R van Raiffeisen. Dat geeft die tweede C nog een extra kleur en accent! J. R. H. 396

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 10