Hwriijk. hi-Ui
t O Hfini-I
gingen in het Europoortgebied en op de Maas
vlakte.
Bovengenoemde verschuiving in de ruimtelijke
situaties van woon- en werkgebieden brengt een
woon- en werkverkeer over steeds langere afstan
den met zich mee. Dit kan leiden tot overbelasting
van het wegenstelsel tijdens de spitsuren. De reis
tijd neemt door deze verkeerscongestie weer toe.
Het is daarom noodzakelijk dat een goed functio
nerend verkeers- en vervoersnet wordt aangelegd
om de woon-werk-verkeersstromen, binnen een
gebied met meer dan 1 miljoen inwoners op vlotte
wijze af te wikkelen.
De regio zal als één geheel moeten functioneren.
De omvang van de regio kan zich daarom niet tot
de grenzen van het Rijnmondgebied beperken. In
planologisch opzicht zal het gebied in de komende
jaren steeds meer zuidwaarts uitgroeien.
De structurering in de regio moet gericht zijn op
de ontwikkeling van een beperkt aantal kernen, die
kunnen uitgroeien tot grotere stedelijke eenheden
met een verzorgingsniveau, dat duidelijk boven die
van stedelijke woonwijken uitkomt. Deze centra
zijn functioneel ondergeschikt aan het hoofdcen
trum de Rotterdamse city maar hebben een
eigen gebied van voldoende omvang om tot een
stedelijk knooppunt uitgebouwd te worden. De
wenselijke omvang van een dergelijke kern met
377