FINANCIEEL OVERZICHT STERKE DRUK OP HET PRODUKTIE-APPARAAT De Europese gemeenschap staat in het teken van de langste, maar ook de meest spannende periode van hoogconjunctuur sedert het in werking treden van het E.E.G.-verdrag. Dit wordt gesteld door het jongste kwartaalbericht van de Europese Commissie. Naast een sterk verhoogde activiteit levert dit stadium van de hoogconjunctuur vooral een grote krapte op de arbeidsmarkt en sterke kosten- en prijsstijgingen op. Naar verwacht zal het consumptie-prijspeil van de gemeenschap van het jaar 1970 gemiddeld 5% hoger komen te liggen, dit na een stijging van reeds 3 in het vooraf gaande jaar. Het zijn vooral de aanhoudende inflatoire ten- denzen, die een bedreiging voor de nabije toe komst vormen. Oorzaak van dit alles is de sterke economische expansie welke het produktie-apparaat onder sterke spanningen plaatst. Om de spannin gen te verminderen zou de binnenlandse vraag vooral via klassieke middelen als begrotingspolitiek en het monetaire beleid afgeremd moeten worden. NEDERLANDSE GETALLEN Ook in ons land worden wij geconfronteerd met een toenemend beroep op het produktie-apparaat. Het hoge produktie-niveau blijkt onder meer uit de gemiddelde dagproduktie per werknemer in de nijverheid welke gedurende het eerste kwartaal 13,6% boven die van het vorig jaar lag en maar liefst 84 boven het niveau van de vergelijkbare periode van 1963. Op onze arbeidsmarkt vindt een verdere ver- krapping plaats. Raadpleegt men „Conjunctuur in getallen" dan ziet men dat de arbeidsreserve per medio 1970 in één jaar tijds met 17,6% verminderd was, terwijl het aantal openstaande aanvragen met 18,1 was toegenomen. Het aantal aanvragen van werkgevers bereikte daarbij een totaal van ruim 122.000, terwijl de arbeidsreserve bijna 53.000 be droeg. Verdere opdroging van de arbeidsreserve en voortgaande uitputting van de produktiecapaciteit leverden nieuwe stimulansen op voor de investe ringen. Zo nam de waarde van de bruto-investeringen in vaste activa gedurende het eerste kwartaal met circa 12% toe. Drukt men de investeringen in geldsbedragen uit, dan bedroeg de hoeveelheids- toename 4,8 Bijzonder sterk was de volume toename van de investeringen in vaste activa bij landbouw en visserij. Deze beliep gedurende de eerste 3 maanden van dit jaar 23,8 Een voortgaand beroep op de kapitaalmarkt zorgde aanvankelijk voor een verder oplopen van de rente. Gedurende de achter ons liggende maan den voncf echter een zekere ombuiging plaats. De beleggers reageerden op deze ontwikkeling door een sterke voorkeur voor langlopende leningen. MAATREGELEN TEGEN OVERVERHITTING Voor wat betreft het algemene prijsniveau wordt een voortgaande stijging geconstateerd. De kosten van levensonderhoud namen gedurende het eerste halfjaar met 3,4 toe. Het loslaten van de prijs- beheersing, verhoging van minimumlonen en B.T.W.-verhoging zijn factoren die zullen bijdragen tot een verdere stijging. Inmiddels heeft de minister van Financiën gesteld dat de economie dusdanig oververhit dreigt te raken dat op niet al te lange termijn maatregelen noodzakelijk zullen zijn. Gedacht wordt aan tijde lijke verhoging van de inkomsten-, vennootschaps- en omzetbelasting alsmede van de benzine-accijn- zen VOORUITZICHTEN GUNSTIG Op korte termijn zijn bestedingsbeperkende maatregelen in het vooruitzicht gesteld. Op wat langere termijn worden de perspectieven gunstig geacht. Het Centraal Planbureau acht de perspec tieven voor een voortgezette groei van de nationale 366

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 28