lidstaten. Een proces van enge economische ver vlechting kan niet samengaan met volledige zelf standigheid van de lidstaten, omdat dit aanleiding kan geven tot crisistoestanden. Coördinatie zal hierop het antwoord moeten zijn. Het verminderen van de nationale zelfstandigheid moet samengaan met het vergroten van een ge meenschappelijk belang. Het gemeenschappelijk belang zal de basis moeten zijn, waarop een ge meenschappelijk beleid kan worden gevoerd. In dit verband spreekt de Commissie van solidariteit en gemeenschappelijke risico's, die gedragen moe ten worden. De uitvoering van een gemeenschap pelijk beleid zal het scheppen van communautaire beleidsinstrumenten noodzakelijk maken, die de nationale instrumenten zullen vervangen of aanvul len. Het bereiken van de economische en mone taire unie dient parallel te lopen, omdat monetaire maatregelen een hechte economische grondslag moeten hebben. Versterking van de monetaire solidariteit zal positief werken op de economische vervlechting. De regulering van de economie dient globaal te gebeuren op basis van de monetaire, financiële, fiscale en begrotingspolitiek alsmede de inkomens politiek. Deze globale regulering zal ondersteund moeten worden met corrigerende structurele maat regelen, omdat de economische krachten zich slechts daar zullen ontplooien waar de omstandig heden gunstig zijn. Deze neiging tot specialisatie zal tot regionale verschillen kunnen leiden. De gewenste specialisatie in de Gemeenschap zal dan Twee leden van de Europese Commissie, Sicco Mansholt en Jean-Frangois Deniau, in gesprek met de toen malige Britse onderhandelaar Anthony Barber tijdens de E.E.G.-onderhandelingen in Brussel in juli jl. 361

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 23