Met de gestadige uitbreiding van het diensten pakket is dit wellicht niet ver meer. Mevrouw Jansen parkeert haar wagen voor de bank. Binnen loopt ze naar loket 1 en neemt hon derd gulden op. Ze verlaat de bank niet maar gaat naar loket 2 en koopt bij juffrouw Van Drie, die onlangs het diplo ma vakbekwaamheid voor de kleinhandel in tabaks artikelen behaalde, een pakje sigaretten met mond stuk. Nu aarzelt ze even, dan stapt ze vastbesloten naar loket 3. Bij meneer Van Zeijl (zeg maar Pierre die al enkele jaren zijn diploma patroonsopleiding voor het dameskapporsbedrijf heeft, maakt ze een afspraak voor de volgende morgen half 11. Voor wassen en watergolven. Achter loket 4 tapt de zwartharige Inez (Horeca- getuigschrift) juist met bevallig gebaar een schui mend glas bier voor een van de vaste bankbezoe kers. Mevrouw Jansen groet haar vriendelijk en loopt achteloos voorbij de loketten 5, 6 en 7 waar drie vergrijsde mannen verwachtingsvol opkijken. Het zijn de beleggingsadviseur, do verzekerings man en de reisbemiddelaar. Aan loket 8 drinkt mevrouw een kopje espresso bij Marijke, nog ongediplomeerd maar toch al een goede hand van koffiezetten. Hierna gaat mevrouw weg. Bij de uitgang stuit ze op de directeur van de bank, die juist een bezoeker uitgeleide doet. Zij houdt hem staande en vraagt: - Mijnheer Van Dranen wilt U eens naar mijn car burateur kijken. Hij doet wat vreemd. De directeur verontschuldigt zich bij zijn bezoeker en volgt me vrouw naar haar wagen. Hij kijkt onder de kap, morrelt wat aan een leiding en maakt een afspraak voor een uitvoerige service-beurt. Hij heeft zijn Bovag-diploma. Al jaren. Anders was hij nooit directeur geworden van een bank met een dienstenpakket. Cas Sier GEVARIEERD BEELD Degene die tracht zich een beeld te verwerven van het Nederlandse horecabedrijf raakt bij het doornemen van de literatuur verward door een aantal tegenstrijdige berichten. Krantekoppen als „koude sanering in de horeca" en „vijftig procent van horecabedrijven is onrendabel" doen hem ver moeden dat hij te maken heeft met een weg kwijnende bedrijfstak. Elders vindt hij opschriften als Hotelbeddentekort in 1975 bijna 16.000" en „Explosie van nieuwbouw in hotelindustrie" welke de indruk wekken dat er toch nog wel muziek zit in deze branche. Nadere verdieping in de gegevens leert, dat het beeld in deze sector bijzonder gevarieerd is al naar gelang de aard van het bedrijf, de ligging, de grootte en de bedrijfsopzet. Sprekende over het hotel-, café- en restaurantbedrijf zijn er uiteen lopende exploitatievormen mogelijk. Een enkele jaren geleden door het E.I.M. ingesteld onderzoek maakte onderscheid tussen cafés, café-restaurants en hotel-café-restaurants. Later verscheen een af zonderlijke studie over het cafetariabedrijf. NIEUWE VORMEN Binnen deze vier groepen treft men in de prak tijk een grotere verscheidenheid van bedrijfs vormen, zoals motels, bistro's, Wimpy-bars, eet- gelegenheden met zelfbediening, restaurants met plate service enz. Deze betrekkelijk nieuwe vormen zijn ten dele het resultaat van nieuwe leef- en recreatienormen, 348

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 10