ll1
de Raiffeisenbanken de mogelijkheid te openen om
spaargelden tegen een rente van 8 te depo
neren.
Hierbij zal gebruik worden gemaakt van spaar-
depositobrieven op naam met een looptijd van
5 jaren. De rentevergoeding bedraagt dan op
basis van samengestelde intrest 8
Verzilvering van de spaardepositobrief op naam
is mogelijk nadat sedert de datum van uitgifte een
vol jaar is verlopen. Uiteraard ligt bij verzilvering
vóór het verstrijken van de volle looptijd de rente
vergoeding op een lager niveau.
Deze spaardepositobrieven bieden de spaarders
het voordeel van twee mogelijkheden in een. Wor
den de spaardepositobrieven gedurende de volle
looptijd aangehouden, dan wordt een rente ver
kregen van 8 doch bestaat voordien behoefte
aan verzilvering van de brieven, dan is ook dat
mogelijk.
De spaardepositobrieven vormen daardoor een
volledig antwoord op de diverse mogelijkheden,
welke de handelsbanken momenteel bieden. Voor
de bank is het voordeel van de uitgifte van spaar
depositobrieven op naam gelegen in het feit, dat
hiermede de invoering van nog meer nieuwe reke
ningsoorten en het administreren van vele nieuwe
individuele spaarrekeningen wordt voorkomen,
daar de uitgegeven spaardepositobrieven op een
collectieve rekening worden geadministreerd.
De recente ontwikkeling van de rentestand,
welke leidt tot het accepteren van spaargelden
tegen de ongekend hoge rente van 8 maakt het
overigens dringend noodzakelijk, dat de debet
rentetarieven tenminste worden vastgesteld op het
door de Centrale Bank geadviseerde hoogste
niveau.
1 1
1
1
KREDIETRESTRICTIE
Onder deze omstandigheden zien de banken
zich helaas gedwongen kredietnemers erop te
wijzen dat de mogelijkheden tot verstrekking en
uitbreiding van bestaande kredieten zeer beperkt
zijn, nog afgezien van de grote extra kosten welke
verstrekking van kort krediet thans voor de banken
medebrengt. Aldus luidde de kerngedachte van het
persbericht, door de Nederlandse Bankiersvereni
ging en de centrales der landbouwkredietbanken
uitgegeven. Met „deze omstandigheden" als
uitvloeisel van de monetaire conjunctuurpolitiek
werd gedoeld op: de zo grote toeneming van de
vraag naar kort krediet dat het in overleg met de
Nederlandsche Bank vastgestelde normbedrag
werd overschreden; tevens op de steeds toe
nemende vraag naar lange middelen, met name de
grotere leenactiviteit van de centrale overheid dan
werd verwacht, waardoor moeilijk kan worden vol
daan aan de met de Nederlandsche Bank overeen
gekomen regels, dat deze verstrekking van lange
middelen gelijke tred moet houden met de aanwas
daarvan bij de banken.
Het valt te betreuren, dat, terwijl de oorzaken
van de aldus gecreëerde geldschaarste moeten
worden gezocht bij anderen dan de banken, de
banken de gevolgen daarvan moeten wegnemen.
Het behoeft geen betoog, dat de cliënten van de
banken van deze politiek het slachtoffer zullen zijn,
omdat aan hun vraag naar krediet niet of niet on
verkort kan worden voldaan. De krap-geldpolitiek
is niet van toepassing op de veroorzakers van de
geldschaarste, maar ook niet op anderen dan
banken.
De Nederlandse banken zullen de debetstanden
in rekening-courant, in verband met de krediet-
beperkende maatregelen, niet te hoog mogen laten
oplopen, in sommige gevallen zelfs moeten inkrim
pen, zelfs als overigens de financiering nog zo
verantwoord is. Enige soelaas zal in onze organi
satie als geheel gevonden kunnen worden in om
zetting van het vaste bestanddeel van een debet
stand in rekening-courant in een langlopende le
ning. Dit zou in bepaalde gevallen voor de orga
nisatie als geheel voordeel kunnen bieden, terwijl
de cliënt van de aldus handelende bank er niet door
wordt geschaad. Mede in dit verband zullen de
banken moeten waken tegen kredietoverschrij
dingen en ongeoorloofde debetstanden, welke
evenzeer tot de korte kredietverlening moeten
worden gerekend.
Worden de normen voor de korte krediet
verlening overschreden, dan dient voor het bedrag
van de overschrijding een renteloos strafdeposito
bij de Nederlandsche Bank te worden aangehou
den. Dit betekent rentederving voor de betrokken
bank en daarmede aantasting van de rentabiliteit,
een deel van de ruggegraat van onze banken, die
om hun ruggegraat het vertrouwen van het publiek
mogen genieten.
296