derhalve de minderjarige niet handelingsbekwaam.
Om handelingsbekwaamheid ten gevolge te kunnen
hebben moet de toestemming van de wettelijke
vertegenwoordiger steeds betrekking hebben op
een bepaalde rechtshandeling, zoals bij voorbeeld
lid worden van een coöperatieve vereniging, een
bankrekening openen, een dispositie over de reke
ning enz. Met de toestemming voor zulk een be
paalde rechtshandeling kan de minderjarige zelf
standig het ledenregister tekenen respectievelijk
zelf een kwitantie of betalingsopdracht tekenen.
De wet aanvaardt overigens wel dat de toestem
ming in beperkte mate op een veelheid van hande
lingen betrekking heeft. Doch dan moet de toe
stemming schriftelijk zijn gegeven en kan zij alleen
betrekking hebben op handelingen voor een be
paald doel. De schriftelijke toestemming aan de
minderjarige om van zijn banktegoed een fiets te
kopen, maakt daarom de minderjarige bekwaam
zowel om een eenmalige opdracht tot betaling van
de koopprijs ten laste van zijn tegoed te tekenen
als om de verschillende betalingsopdrachten te
tekenen die nodig zijn ingeval de koopsom van de
fiets in termijnen zou moeten worden betaald.
De toestemming van de wettelijke vertegenwoor
diger kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden ge
geven. Een uitdrukkelijke toestemming wordt ge
geven indien zulks met zoveel woorden mondeling
of schriftelijk wordt kenbaar gemaakt. Een stil
zwijgende toestemming is aanwezig, indien de
minderjarige met kennelijk medeweten van de wet
telijke vertegenwoordiger handelt en door de laat
ste generlei bezwaar tegen de handeling wordt
gemaakt. Dit doet zich bij voorbeeld voor als een
minderjarige in het bijzijn van zijn wettelijke ver
tegenwoordiger iets in de winkel koopt of geld bij
de bank opneemt. Stilzwijgende toestemming is
ook aan te nemen als de minderjarige op eigen
gelegenheid met zijn spaarbankboekje op de bank
komt om een opname te doen of om met behulp
van formulieren, die de bank tevoren aan de wette
lijke vertegenwoordiger ter hand heeft gesteld,
over zijn rekening-courant te disponeren.
Indien er niet zodanige omstandigheden zijn dat
men tot een stilzwijgende toestemming kan conclu
deren, verdient het in de gevallen waarin voor
de handelingsbekwaamheid de toestemming van de
wettelijke vertegenwoordiger nodig is aanbe
veling steeds een schriftelijke verklaring van de
wettelijke vertegenwoordiger te vragen om van
diens toestemming te doen blijken. Hetzelfde geldt
voor handelingen, in aanwezigheid van de wette
lijke vertegenwoordiger verricht, indien de bank
de wettelijke vertegenwoordiger niet goed kent.
Mede-ondertekening (eventueel voor toestemming)
door de wettelijke vertegenwoordiger van een be
talingsopdracht respectievelijk kwitantie terzake
van het disponeren over de rekening-courant
van de minderjarige bewijst de toestemming van de
wettelijke vertegenwoordiger en verhindert dat de
handeling van de minderjarige later op grond van
gemis aan toestemming kan worden aangevochten.
Met een stilzwijgende toestemming kan in geen
geval worden volstaan, indien de minderjarige toe
stemming krijgt over zijn banktegoed te beschikken
voor een bepaald doel zoals het doen van afbeta
lingen voor de aankoop van een zeilboot. Als de
minderjarige toestemming krijgt de boot op afbe
taling te kopen en daarvoor zijn banktegoed aan
te spreken, moet een daartoe strekkende schrifte
lijke verklaring aan de bank worden overgelegd.
Bij gebreke van zulk een schriftelijke verklaring zal
voor elke afzonderlijke dispositie, ter betaling van
de op afbetaling gekochte boot, opnieuw de uit
drukkelijke of stilzwijgende toestemming van de
wettelijke vertegenwoordiger nodig zijn.
Het spreekt eigenlijk wel vanzelf dat de toestem
ming van de wettelijke vertegenwoordiger de min
derjarige alleen dan handelingsbekwaam hoort te
maken als de wettelijke vertegenwoordiger zelf be
voegd is de aan de minderjarige toegestane hande
ling te verrichten. In de gevallen waarin de wette
lijke vertegenwoordiger voor het verrichten van een
handeling de toestemming van de kantonrechter be
hoeft, zal daarom ook de minderjarige deze toe
stemming van de kantonrechter behoeven, naast
de toestemming van de wettelijke vertegenwoor
diger. Dit is onder andere het geval als de minder
jarige geld leent, iets in pand geeft, zich borg stelt
dan wel zich als hoofdelijk medeschuldenaar ver
bindt. Opmerkelijk echter is dat dit standpunt in de
Postspaarbankwet en ook in de Jeugdspaarwet
niet consequent wordt volgehouden. Volgens die
wetten heeft de wettelijke vertegenwoordiger de
toestemming van de kantonrechter nodig om over
het tegoed van de minderjarigen van 14 jaar en
ouder te beschikken. Maar de minderjarige zelf kan
zonder de toestemming van de kantonrechter over
zijn tegoed op de Jeugdspaarrekening/Postspaar-
bank beschikken!
335