l w i
oosrrpujK pj_^voi_AND
HATTEM
•oldebroek
~ELBURCj
DOORNSPIJK
HARDERw UR
ERMELO
PUTTEN
i NU KERK
BARNEVELD
m HOEMELAKEN
rs
A
EDE
APELDOORN
VOORST
ZUTPHEN
BROMMEN
^OIDEUÜK
PLEVOUANQ
c\ et SCHERPENzeee
gemeenten Brummen, Voorst, Apeldoorn, Epe,
Heerde, Hattem, Oldebroek en het westelijk deel
van Zutphen; de Randmeerkust omvat de gemeen
ten Elburg, Doornspijk, Harderwijk, Ermelo en
Putten; de Gelderse Vallei omvat de gemeenten
Nijkerk, Hoevelaken, Barneveld, Scherpenzeel en
het deel van Ede, dat ten noorden van Rijksweg 12
ligt.
Kenmerkend voor de Veluwe zijn de prachtige
natuurgebieden op de hoge zandgronden, waar
omheen de belangrijkste bevolkingsconcentraties
liggen. Behalve voor de reeds lang bestaande va
kantierecreatie neemt de betekenis van de natuur
gebieden voor de dag- en weekendrecreatie enorm
toe door de grotere mobiliteit en veranderende
recreatiegewoonten. De kernen hebben vanouds
gelegen op de grens van hoge gronden met heide
velden en geriefhout en de lagere gronden met
weiden en venen. Er rondomheen lagen de bouw
landen. De kernen waren door hun ligging aan
trekkelijke woonplaatsen, welke gedurende de
laatste halve eeuw sterk zijn gegroeid. Industriële
bedrijvigheid vindt haar oorsprong in het zuivere,
stromende beekwater, dat onontbeerlijk is voor
papiermakerijen en wasserijen. Deze oorsprong is
nog steeds herkenbaar in de huidige structuur.
De gewenste ontwikkeling in het streekplan-
gebied is gebaseerd op enkele uitgangspunten,
welke hieronder worden aangegeven. Voor de ont
wikkeling van de woonkernen is de relatie tot de
werkgelegenheid en de verzorgingscentra als uit
gangspunt genomen. De natuurgebieden kunnen
gespaard blijven als de groei van de kernen van
deze gebieden wordt afgebogen en de werk
gelegenheid in alle mogelijke verscheidenheid
wordt geconcentreerd in de grotere kernen. Land
bouwgronden mogen niet worden versnipperd en
goede produktieomstandigheden moeten worden
bevorderd. Voor de natuurgebieden kunnen slechts
niet-storende recreatievormen in aanmerking ko
men. De meer intensieve recreatie heeft een aan
gepaste inrichting nodig en zal daarom nooit in,
maar aan de rand van de natuurgebieden moeten
worden gesitueerd. Om de grote aaneengesloten
natuurgebieden te behouden dient het bouwen van
inrichtingen met grote terreinbehoefte en de parti-
330