Vele familieleden, vrienden, collega's en relaties keken toe toen professor dr. mr. H. C. IA/ytzes de doctorsbul aan de heer
Wind overhandigde. Van de Centrale Bank zagen wij onder de aanwezigen )hr. mr 1. C Greven en vele collega s en
medewerkers; het Bestuur was vertegenwoordigd door mr. 1. S. Biesheuvel. Verder waren aanwezig professor dr. H. I
Frietema en vertegenwoordigers van verschillende organisaties en vakbladenNationale Coöperatieve Raad, Coöp. Cen
trale Boerenleenbank, Vereniging van directeuren van RaiffeisenbankenN/SE, Cebeco, Instituut voor Landbouwcoöperaties
in Gelderland en Overijssel, FNZ, Bank- en Effectenbedrijf, maandblad Coöperatie en vele andere belangstellenden.
constructie is er geen plaats voor het toekennen
van een rendementsbelang aan de financierings-
bijdragen, reden waarom zowel leden als niet-leden
weinig bereid zijn in de vermogensvoorziening van
de coöperatie bij te dragen. Coöperaties die met
hun tijd meegroeien, zullen steeds kapitaalinten
siever worden. Om in zo'n situatie toch voldoende
weerstandsvermogen te houden, zullen de leden
grotere financiële offers moeten brengen.
Voor wat dit punt betreft, komt de heer Wind
tot de conclusie dat een adequate vermogensvoor
ziening evenzeer een deel van de economische
functie van een coöperatie vormt als de overige
activiteiten. Het zou dan ook in het belang van de
leden kunnen zijn, dat de blokkade voor het op
nemen van extern risicodragendvermogen ver
dwijnt. Het toekennen van een rendementsbelang
aan derden kan op den duur weieens voordeliger
327