CONCURREREND IN E.E.G.
Landbouwpolitiek moet rekening houden met de
hele land- en tuinbouw. We weten echter, dat er
binnen onze bedrijfstak grote verschillen bestaan.
Er zijn gelukkig nog vele bedrijven, die ook finan
cieel goed draaien. En van onze landbouw in
E.E.G.-verband mogen we zeggen, dat we de con
currentie goed aan kunnen. Er doen zich wel ver
schuivingen voor (tuinbouw en fruitteelt, akker
bouw in het noorden) maar onze ,,agribusiness"
ziet toch kans een nog steeds stijgende produktie
te verkopen en voor een groot deel binnen de
E.E.G.
Na een aantal jaren E.E.G.-praktijk blijken de
voorspellingen van een jaar of zes tot tien jaar
geleden lang niet allemaal uit te komen. Voor de
fruitteelt bijvoorbeeld werden nogal rooskleurige
perspectieven geschetst, maar vele deskundigen
waren bezorgd over de ontwikkeling van de ver-
edelingsproduktie. Ze vreesden de Franse concur
rentie, die begunstigd zou worden door de relatief
enorm goedkope voedergraanproduktie. Het Finan-
cieele Dagblad (22 juni) wees er op, dat deze Ne
derlandse vrees ook een zakelijke fundering had
in de E.E.G.-regeling voor graan, die een prijs
verschil maakte tussen de gebieden met over-
schotproduktie en de gebieden waar de produktie
kleiner is dan het verbruik. Dit zou dus een stimu
lans betekenen voor de veredelingsproduktie in
de buurt van de Franse graangebieden. Hiervan is
echter tot nu toe weinig gebleken. Het Financieele
Dagblad gaf daarvan het in nevenstaande kolom
geplaatste overzicht.
Deze cijfers bevestigen een ontwikkeling, die
veel méér dan met een kunstmatige graanmarkt te
maken heeft met vestigingsfactoren als bevolkings
dichtheid, afstand van de producenten tot de markt
en infrastructuur (o.a. deskundigheid en faciliteiten
van de hele agribusiness inclusief onderzoek en
voorlichting en uiteraard het kredietwezen).
PERSPECTIEF
Een soortgelijke ontwikkeling lijkt zich te gaan
aftekenen bij de melkveehouderij. Gedurende het
laatste jaar is Nederland het enige E.E.G.-land met
een stijgende melkproduktie. In België neemt de
EXPORT VAN VARKENSVLEES, PLUIMVEEVLEES
EN EIEREN UIT NEDERLAND, BELGIË EN
FRANKRIJK
Varkensvlees (x 1000 ton)
I II III
Nederland 91 150 +65
België20 50 150
Frankrijk 17 7 56
Pluimveevlees (x 1000 ton)
Nederland 106 170 60
België19 22 15
Frankrijk 25 16 36
Eieren (x miljoen stuks)
Nederland 1175 1135 3
België494 1163 +135
Frankrijk 85 54 36
I 1965; II 1969; III 1969 65
melkproduktie af, Frankrijk en Duitsland zijn onge
veer gelijk gebleven. De oude Nederlandse voor
sprong, gebaseerd op tientallen jaren geleidelijke
modernisering en verbetering van de veestapel, de
zuivelindustrie enz. is niet zomaar in te halen.
Zo bezien hebben onze boeren en tuinders wel
degelijk perspectief, ook in een vergrote Euro-
markt. Hun kansen zullen echter des te groter zijn
naar mate de Nederlandse regering in meerdere
mate bereid zal zijn de herstructurering aan te
pakken. En dat is bepaald niet alleen het belang
van de land- en tuinbouw. Zoals ir. Knottnerus op
1 juli tijdens de bestuursvergadering van het Land
bouwschap zei: Behalve pleisters op onze won
den hebben we dringend een gezondmaking van
binnenuit nodig. Wij menen, dat de regering, over
tuigd van de noodzaak van maatregelen zoals door
ons op 1 juni bepleit, dit ook in de begroting 1971
en in het programma voor de volgende jaren zal
moeten opnemen. De voedselvoorziening van onze
bevolking en onze bijdrage aan het betalings-
balansevenwicht maken dit noodzakelijk."
Laten we daarom hopen, dat september 1970
inderdaad oogstmaand zal worden.
300