Onbekend maakt onbemind
Public relations is het
hoofdzakelijk door voorlich
ting stelselmatig bevor
deren van goede verhoudingen
met die groepen van mensen van
wier oordeel men als organisatie
afhankelijk is voor de optimale
verwezenlijking van het beleid).
Aldus het artikel over public re
lations in het jongste december
nummer van ons blad. Het ver
volgde, dit betrekkende op onze
banken: Public relations omvat
een aantal activiteiten, welke erop
gericht zijn rond de bank een sfeer
van bekendheid en begrip te kwe
ken met de bedoeling een klimaat
te scheppen waarin de bank zich
zo goed mogelijk kan ontplooien.
r~7| Aldus opgevat is public re-
lations een vorm van com-
municatie. Een bijzondere
vorm echter. Bij communicatie
denkt men allereerst aan een we
derzijds uitwisselen van gedachten.
Dat is tussen een klein aantal
mensen soms al moeilijk genoeg.
Wil men bovendien een eenmaal
gegroeid begrip bestendigen, dan
zal men in contact moeten blijven,
stelselmatig goede verhoudingen
moeten bevorderen"Tussen groe
pen mensen ligt de zaak wat ge
compliceerder. De contacten kun
nen niet zo intensief en frequent
meer zijn. De wat meer onper
soonlijke dus meer van één
kant komende voorlichting
wordt steeds belangrijker. In we
zen gaat men daarbij uit van de
gedachte: onbekend maakt onbe
mind. Men zou zich op het stand
punt kunnen stellen, dat pas voor
lichting dient te worden gegeven,
als erom gevraagd wordt. Men
kan echter verder gaan en belang
stelling wekken door ongevraagd
voorlichting te geven. In de hui
dige omstandigheden lijkt dit laat
ste de aangewezen weg. Zij die
ons al kennen, moeten immers op
de hoogte blijven. Zij die ons niet
of slechts oppervlakkig kennen
met onze kwalitatieve en kwanti
tatieve ontwikkeling wordt deze
groep steeds groter verdienen
meer van ons te weten. Uit het
wezen van public relations vloeit
voort dat deze ongevraagde voor
lichting nimmer mag worden op
gedrongen. Bij public relations kan
men zich beperken tot voorlich
ting van binnen naar buiten. Dat
wil zeggen dat de plaatselijke bank
op zijn terrein zijn activiteiten en
doelstellingen uit kan dragen aan
het publiek of dat de organisatie
dat als geheel kan doen. Een nau
we samenwerking lijkt ook daar
geboden om versnippering van
krachten of dubbel werk te voor
komen. Men kan echter ook intern
public relations beoefenen, hetzij
binnen een plaatselijke bank of de
Centrale Bank, hetzij binnen de
organisatie.
De beoefening van interne
public relations zal alleen
daarom al noodzakelijk zijn,
omdat het van binnen naar buiten
werken ervan niet mogelijk zal
zijn als men intern al niet weet,
wat men doet of wil. Daarnaast
echter is voor een intern goed
functioneren van een bank stelsel
matige voorlichting aan alle daar
binnen werkzame personen zeer
gewenst. In een kleinere bank zal
dit bij het kleine aantal betrokken
personen tussen de bedrijven
door gaan" indien de persoonlijke
verhoudingen goed zijn. Binnen
een grotere bank hier wordt
niet alleen op de Centrale Bank
gedoeld zal de stelselmatige,
wat minder persoonlijke voorlich
ting belangrijker worden, daar de
onderlinge contacten minder fre
quent en intensief zijn. Daarbij
rijst natuurlijk de vraag: Hoe en
wat? Slechts zeer algemeen kan
men daarop antwoorden, daar im
mers ieder samenwerkingsverband
zijn eigen aard heeft en zijn eigen
eisen stelt. Het kweken van be
kendheid en een diepgaander be
grip dan bij het publiek lijkt wen
selijk. Men moet er immers mee
werken. Dat alles geweten wordt
lijkt me weer niet noodzakelijk.
Overbodige ballast werkt slechts
belemmerend. Mits men maar weet
waar de mosterd gehaald kan
worden, indien buiten het werk
terrein gelegen. Wij hebben als
organisatie het geluk, dat die mos
terd zo nodig ook buiten onze
eigen bank, doch binnen de orga
nisatie kan worden gehaald of ons
vanuit de organisatie wordt ge
bracht. Een voor zover mogelijk
zorgvuldige afbakening van ieders
terrein binnen de organisatie is
ook daarom een noodzaak.
Binnen de organisatie speelt
dezelfde problematiek. Zij
is niet voor niets onderwerp
van gesprek. Ook daar is vanwege
de enorme groei noodzakelijker
wijs minder frequent en intensief
contact mogelijk dan jaren ge
leden. Ook hier is derhalve plaats
voor interne public relations van
uit de Centrale Bank en vanuit
de lokale banken. Over de her
nieuwde vormgeving en inhoud
daarvan wordt binnen de gehele
organisatie op een of andere wijze
gepraat. Dat lijkt een goed teken,
omdat ook hier aanpassing aan de
telkens wisselende omstandigheden
geraden lijkt. Een panklare oplos
sing is er niet en zal er wel nooit
zijn. Mits men ook hier de pro
blemen onderkent, lijkt een nog
meer bevredigende oplossing ech
ter mogelijk, zodat alle banken
inclusief de Centrale Bank el
kaar nog beter zullen verstaan en
tot nog vruchtbaarder samenwer
king komen.
N.
241