xli
TT
DE CENTRALE BANK
HEEFT 1000 PERSONEELSLEDEN
De enorme ontwikkeling van de raiffeisenbanken
in de afgelopen jaren, waarbij een voortdurende,
sterke stijging van het aantal posten en een uit
breiding van de dienstverlening een rol speelden,
is uiteraard niet ongemerkt aan de Centrale Bank
voorbijgegaan. Bestaande afdelingen groeiden
doordat de omvang van de werkzaamheden toenam
en nieuwe afdelingen, zoals bijvoorbeeld Vesti
gingsontwikkeling, Reisbemiddeling en Opleiding,
werden in het leven geroepen.
De personeelsbezetting van de Centrale Bank
heeft per januari 1964 het aantal van 500 over
schreden; per juni 1970 is het aantal boven de
1.000 gekomen. Enerzijds is dat geen reden tot
juichen, want een groot bedrijf is meestal minder
overzichtelijk dan een klein bedrijf en ook de
communicatie wordt er niet gemakkelijker op. Ze
ker niet nu wij in drie verschillende gebouwen
verblijven. Anderzijds echter is de groei van de
Centrale Bank een weerspiegeling van de krach
tige ontplooiing van de organisatie en dat is wel
een reden tot vreugde. Het bereiken van deze
mijlpaal betekent dan ook niet dat de bezetting
niet meer zal groeien. De lijst van vacatures is
groot en uitbreiding is nodig om datgene te doen,
wat de organisatie van de Centrale Bank vraagt.
De Utrechtse kunstenaar Pieter d'Hont aan het werk in zijn atelier. In de komende maanden zal hij de
laatste hand leggen aan dit ontwerp in klei van de beeldengroep Paard met veulen. Deze meer dan
levensgrote beeldengroep zal in brons worden afgegoten. Zij is een geschenk van de Centrale Bank aan
de gemeente Utrecht en zal te zijner tijd een plaats krijgen voor het gebouw van de Centrale Bank.
240