WAT ANDERE BANKEN EN ORGANISATIES SCHRIJVEN In 1969 werden door de Raiffeiseninstellingen In België 13.842 kredieten verleend voor een totaal bedrag van 4,9 miljard F. tegenover 4,4 miljard F. in 1968, dat is een stijging met 9,44% aldus de Raiffeisen Echo. De kredietverlening buiten de landbouw in het geheel van de individuele kredietactiviteit nam toe van 23% in 1968 tot 30% in 1969. Het gemiddeld bedrag van het individueel land bouwkrediet bedroeg in 1969 360.000 F. tegenover 312.000 F. in 1968. Het aandeel van de individuele landbouwkredieten groter dan 500.000 F. steeg van 45,6% in 1968 tot 49,3% in 1969. Het totaal bedrag van de uitstaande kredieten bij de Raiffeiseninstellingen bedroeg 16,8 miljard F. gespreid over 66.000 rekeningen tegenover 15 mil jard F. per einde 1968. De door de Raiffeisen instellingen ingezamelde spaarfondsen bereikten per einde 1969 26,6 miljard F. Dit is een toename van 3,2 miljard F. of 13,8% in 1969 tegenover een toename van 2,9 miljard F. of 14,1 in 1968. De ingezamelde fondsen bij de Raiffeisenkassen be reikten 16,3 miljard F. waarvan 15,5 miljard F. op spaarboekjes zonder termijn. De totale groei be droeg hier 1,6 miljard F. op 11,2% tegenover 1,5 miljard F. of eveneens 11,2% in 1968. De spaar- vorming op termijn in de Centrale Kas evolueerde van 8,3 miljard F. naar 9,9 miljard F., dat is een toename van 18,9% tegenover 18,7% in 1968. Uit deze gegevens blijkt dat het aandeel van de termijngelden in het geheel van de spaarfondsen geregeld toeneemt; het bereikte per einde 1969 reeds 38 ter vergelijking kan vermeld worden dat dit aandeel per einde 1959 27 bedroeg en per einde 1965 31 Tegenwoordig bestaat er voor het publiek een veel groter aantal spaarvormen en oude-dagsvoor- zieningen dan vroeger, aldus de Schweizer Raif- feisenbote. Dit vloeit voort uit de levendige con currentiestrijd om de gunst van de spaarder, welke tussen de verschillende spaarinstellingen is ont staan. De potentiële spaarder wordt met meer zorg omgeven dan vroeger en beter over het geld en de beleggingsmogelijkheden geïnformeerd. Er bestaan lezenswaardige voorlichtingsbrochures en prospec tussen vliegen de deur uit. De bankreclame is van een bescheiden aanbeveling voor het verrichten van bankzaken afgedaald in de arena van het voet volk. De acties zijn gericht op het beleggings- bewust maken van de spaarder. Ongetwijfeld kun nen deze campagnes een zeker tegenwicht vormen voor de reclame voor consumptieve uitgaven. Maar er is nog iets anders dat de mensen aan leiding geeft maatregelen te nemen voor de toe komst of planmatig te sparen voor een bepaald doel. We zien in dit streven een elementaire drang. Deze drang zorgt ervoor dat de mensen voorzie ningen treffen voor de vervulling van bepaalde verlangens in de toekomst en voor de oude dag. Sparen is echter niet alleen een deugd, maar ook een economische noodzakelijkheid. De huidige conjuncturele situatie toont een vraagoverschot met een permanent gebrek aan arbeidskrachten en lange levertijden. Wordt er meer gespaard, dan draagt dit in verschillende opzichten ertoe bij de conjuncturele overspanning te breken en de ont wikkeling in geordende banen te leiden. Uit een gehouden enquête zijn de spaarmotieven naar voren gekomen. Voor de bevolkingsgroep 280

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 46