iroiienu
Onderling Raiffeisengarantiefonds
en Raiffeisenhypotheekbank n.v.
Tijdens een schorsing van de Algemene Ver
gadering zijn de notulen van de algemene vergade
ring van het Onderling Raiffeisengarantiefonds van
13 mei 1969, alsmede de rekening en verantwoor
ding van het bestuur over 1969 zonder beraadsla
ging en hoofdelijke stemming goedgekeurd. Op
dezelfde wijze verenigde men zich met de notulen
van de op 13 mei 1969 gehouden algemene ver
gadering van aandeelhouders van de Raiffeisen
hypotheekbank N.V. en met de jaarstukken van
deze N.V.
Jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden
werd in de vergadering van de Raiffeisenhypo
theekbank N.V. tot Commissaris herbenoemd.
Ter toelichting op de rekening en verantwoor
ding van het Onderling Raiffeisengarantiefonds zei
dr. A. J. Verhage onder meer, dat het fonds in 1969
weer volledig aan zijn doelstelling beantwoord
heeft. De resultatenrekening geeft een voordelig
saldo aan van f 140.651,ondanks het nodige
exploitatiesaldo van 260.495,in de afdeling B.
De afdeling D is opgeheven; de werkzaamheden
daarvan zijn overgebracht naar de afdeling A, die
een voordelig saldo heeft. Voorgesteld wordt dit
saldo aan de reserve toe te voegen.
Bij de afdeling B leidden de nog in behandeling
zijnde schadegevallen tot een nadelig saldo van
circa 260.000,Het ligt in de bedoeling dit
nadelige saldo om te slaan over de Centrale Bank
en de aangesloten banken, aldus dr. Verhage.
De afdeling C heeft na belastingbetaling een
voordelig saldo van 327.501,Het voorstel luidt
om hiervan 250.000,aan de reserve toe te
voegen en ruim 77.000,op de premierestitutie-
rekening bij te boeken. Wanneer de reserve bij
aanneming van dit voorstel op een bedrag van ruim
f 2,7 miljoen zal zijn gebracht, meent het bestuur,
dat in de toekomst minder aan deze reserve be
hoort te worden toegevoegd aldus dr. Verhage
ook al hangt de uitvoering van deze denkbeel
den samen met de stijging van premie-inkomen en
risico's.
Het aantal in 1969 gesloten nieuwe kredietver
zekeringen was 14.054 tegenover 10.300 in 1968.
De jaarcijfers van de Raiffeisenhypotheekbank
N.V. besprekend merkte dr. Verhage op, dat de
groei niet spectaculair is. Dit ligt in feite in de
doelstelling besloten. Er werd een verder gebruik
gemaakt van de vóór-financieringsovereenkomst
met de Centrale Bank. Daarbij blijft het voornemen
bestaan om te zijner tijd pandbrieven uit te geven.
Op 31 december 1969 stonden 159 leningen uit
tegenover 89 leningen een jaar daarvoor. Het be
drag van deze leningen was haast 13,5 miljoen
tegenover ruim f 7 miljoen eind 1968.
De steeds oplopende rente op de kapitaalmarkt
noodzaakte Directie en Commissarissen van de
Raiffeisenhypotheekbank om zowel de rentebrieven
als de afsluitprovisie te verhogen.
De winst over 1969 bedroeg na belastingvoor
ziening f 141.786,tegenover f 80.320,in 1968.
Voorgesteld wordt om uit deze winst conform de
statutaire bepalingen 14.179,aan de algemene
reserve toe te voegen, 85.000,aan de Reserve
te maken consolidatiekosten en het resterende
winstsaldo van f 42.607,eveneens aan de alge
mene reserve toe te voegen, deelde dr. Verhage
mee. Directie en Commissarissen achten het nog
niet verantwoord uitkering van dividend voor te
stellen.
279