DE STAD STRAKS EN DE STAD NU
Wie Amsterdam in zijn herinnering wil bewaren
zoals het nu is, heeft dus nog enkele jaren de tijd.
Amsterdam zal als stad straks het centrum wor
den van een gewest, waarin 2 a 21/2 miljoen men
sen wonen. Ongeveer een miljoen mensen zullen
er werk vinden, de helft ervan in Amsterdam zelf.
Anderen zullen een bestaan vinden in de grote
industriegebieden, zoals ze reeds existeren langs
het Noordzeekanaal en langs de Amstel en het
Oostvaardersdiep tot ontwikkeling zullen worden
gebracht. In de binnenstad van Amsterdam en in
bepaalde randgebieden zullen de dienstverlenende
sectoren van het maatschappelijk leven gevestigd
worden: de universiteiten, ziekenhuizen, kantoren
en instellingen. Als centrumstad voor het gewest
heeft Amsterdam dus behoefte aan een groot
en constant bevolkingspotentieel. Juist de 19de
eeuwse woonwijken zijn door omvang en ligging
uitermate geschikt als woongebieden voor deze
bevolking. Maar dan zullen de nieuwe woonwijken
aangepast moeten zijn aan de woonbehoeften van
de 21ste eeuw: Ruimte en privacy, parken en plant
soenen, speelgelegenheid, medische en culturele
voorzieningen
De oude wijken zijn ontstaan na 1850 toen in
enkele tientallen jaren buurten ontstonden, die be
kend zijn als de Pijp, Dapperbuurt, Staatslieden
buurt, Kinkerbuurt. Deze buurten, gebouwd in eer
tijd toen van een sociaal woningbeleid nauwelijkc
sprake was, zijn geheel versleten en verouderd
Met de oude binnenstad erbij woont 42 van dé
bevolking hier op 1700 hectare. 46% van het wo
ningbezit (127.500 woningen) is hier opgetrokken
Wel een illustratie van de omvang van de operatie
die men thans voorbereidt!
In de oude buurten, die alle kenmerken vertonen
van verkrotting en veroudering, wonen veel be
jaarden en alleenstaanden. Er ontbreken vele hoog
nodige voorzieningen. De straten zijn te nauw
groenvoorziening en speelgelegenheid zijn niet o
nauwelijks aanwezig. De buurten zijn rommelig er
lelijk gebouwd en doorweven met een patroon van
kleine dienstverlenende bedrijven en industrieën
die veel hinder en vervuiling veroorzaken. In de
huizen is het vaak vochtig en in de kleine kamers
ontbreekt het aan licht en lucht. Badgelegenheid
mankeert geheel en vaak treft men nog gemeen
schappelijke toiletten aan. In deze wijken wonen
mensen, die hun buurt negatiever beoordelen dan
de bewoners van andere wijken. Ze willen er graag
weg, ondanks de gevoelsmatige gebondenheid. Zij
hebben immers kennisgemaakt met de moderne
woonwijken, welke de laatste jaren verrijzen aan
de rand van de stad
HOE MEN GAAT BEGINNEN
In een stuurgroep en in verschillende werkgroe
pen zijn gemeentebestuurders en specialisten al
hard aan het werk om tempo, volgorde en aanpak
van de vernieuwing te coördineren. Verschillende
soorten maatregelen zullen nodig zijn om de gehele
operatie evenwichtig en gelijkmatig te laten ver
lopen. Voor deze maatregelen hanteert men ver
schillende termen:
Reconstructie houdt in, dat een gehele buurt
wordt afgebroken in verband met de slechte toe
stand van de woningen of omdat de toekomstige
stadsstructuur (aanleg stadsspoor of wegen, bij
voorbeeld) dit vraagt.
Rehabilitatie is aan de orde indien in een wijk
nog veel kan blijven staan of indien dit nodig is in
verband met de historische waarde van een ge
bouw of straat. Beide bovengenoemde begrippen
beogen een nieuwbouw, welke weer minstens een
halve eeuw meekan.
In andere buurten, waar de slopershamer minder
ingrijpend gehanteerd zal worden en die in het
totaal nog 30 tot 50 jaar mee moeten, spreekt men
van wijkverbetering. Hier zullen de woningen wor
den uitgebroken en van modern comfort worden
voorzien. Er worden in die wijken verkeersvoor-
zieningen getroffen en maatregelen genomen om
de sociaal-culturele activiteiten te bevorderen.
Wijken welke nog tussen de 10 en 30 jaar mee
gaan zullen in stand gehouden worden. Hier zal
men dezelfde maatregelen nemen als bij de wijk
verbetering, maar minder vérgaand. In de toekomst
zal dan uiteraard vervanging moeten volgen.
In die buurten, waar de verkrotting het verst is
gevorderd, dienen in afwachting van de vervanging
274