ten af geboden werd, wekte onvoldoende ver trouwen waardoor de speculaties rondom deze wereldomvattende organisatie aanhielden. Onze internationals konden zich moeilijk aan de invloed van Wall Street onttrekken waar het Dow Jones gemiddelde in een snel tempo de 700-grens naderde, welke grens weinig weerstand kon bie den. Na doorbreking van deze psychologisch zo belangrijke weerstandsgrens werd het laagste koersniveau sinds juni 1963 bereikt. De verlaging van het dekkingspercentage in de V.S. bij aankoop van effecten van 80 tot 60 had achteraf bezien een zeer geringe invloed, aangezien het gemis aan vertrouwen bij het beleggend publiek hierdoor niet werd weggenomen. De koersen van Kon. Olie en Unilever stonden onder zware druk. De noteringen van Philips en Hoogovens moesten ondanks de zeer fraaie kwar taalcijfers terrein prijsgeven. In het algemeen was echter geen sprake van dringend aanbod zodat de daling bij geringe omzet plaatsvond. GELDMARKT De geldmarkt, die medio april zeer ruim was, verkrapte aan het eind van die maand sterk. Dat is een normaal ritme: rond het midden van de maand verruimt de markt door uitkeringen van het Rijk aan de gemeenten, aan het eind van de maand treedt er een verkrapping op wanneer, als gevolg van het uitbetalen van salarissen, veel bankpapier uit de kassen van de banken verdwijnt. In april was deze golfbeweging die in een daaraan voor afgaande vrijwel onafgebroken periode van langer dan een half jaar danig was versluierd weer duidelijk te herkennen. Het is niet waarschijnlijk, dat de markt de ko mende tijd dit vriendelijk beeld zal blijven ver tonen. Naast de uitzetting van bankpapier waren er eind april incidentele invloeden, zoals verkoop van dollars door de Nederlandsche Bank (aan de banken) en hoge belastingafdrachten, die acuut een zeer krappe markt tot gevolg hadden. De door de banken van de Nederlandsche Bank opgenomen voorschotten stegen tussen 28 april en 6 mei met ongeveer f 670 miljoen, wat deze verkrapping duidelijk illustreert. Het is zeer de vraag of deze voorschotten medio mei door de uitkering van het Rijk en terugkerend bankpapier zullen kunnen worden afgelost. Bovendien moeten de banken in het tijdvak 15 mei-15 juni een renteloos tegoed ad 130 miljoen bij de Nederlandsche Bank aanhouden, omdat per ultimo maart de norm voor de particuliere krediet verlening was overschreden. Na vier maanden be neden de norm te zijn gebleven één van de redenen waardoor de situatie op de geldmarkt de laatste maanden verbeterde doet deze verkrap- pende invloed zich weer gelden. Temeer daar, hoewel de Nederlandsche Bank er in heeft toege stemd dat de kredietverlening aan particulieren in de maanden mei tot en met augustus met 1 van het basisbedrag mag stijgen, de banken niet opti mistisch zijn omtrent de kans, dat het totale bank wezen de komende maanden beneden het gestelde plafond zal blijven. Daarbij komt nog dat de zomer maanden in de regel voor de geldmarkt een krappe periode vormen. In het algemeen wordt nl. in mei de vakantietoeslag uitbetaald. Hoewel de uitbeta ling nu wel grotendeels in girale vorm zal plaats vinden, blijkt uit voorgaande jaren dat het vakantie geld veelal in contanten wordt opgenomen. Voor het overgrote deel wordt het pas besteed in de maanden juli en augustus. Vanaf mei tot augustus- september is hierdoor belangrijk meer bankpapier in omloop dan in de overige maanden van het jaar. Al deze factoren tezamen doen vermoeden, dat de geldmarkt weer een voorlopig onafgebroken moeilijke periode tegemoet gaan. Een lichtpunt in deze zou kunnen zijn de veranderingen, die in Nederland optreden in de betaalgewoonten. Door de girale uitbetaling van salarissen e.d. blijkt in de praktijk de behoefte aan contant geld zoals te verwachten is langzamerhand af te nemen. Aan gezien het publiek nu wel enige ervaring met giraal betalen heeft opgedaan bestaat de mogelijkheid, dat ook in de vakantiemaanden minder contant geld in omloop zal zijn. Temeer daar de betaal cheques, die de verschuiving van chartaal naar giraal geld sterk ondersteunen, nu ook in het buitenland bruikbaar zijn. Dit zou tot gevolg kun nen hebben, dat er gedurende de komende maan den relatief minder bankpapier in omloop zal zijn dan op grond van in voorgaande jaren opgedane ervaring in eerste instantie zou mogen worden verwacht. Uiteraard is pas achteraf vast te stellen in hoeverre dit verschijnsel zich heeft voorgedaan. Dat het zich zal voordoen is zeker en dit zal de te voorziene krapte enigszins afzwakken. 271

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 37