Algemene Vergadering
verenigde zich
met statutenwijziging
De heer Verhage vond dat hij eigenlijk niet
hoefde te antwoorden op wat de heer Dreschler
gezegd had. Hij was het er volledig mee eens en
hij dankte hem.
Het bestuur ziet het voorstel niet als een motie
van vertrouwen, zo voegde hij eraan toe, en wel
omdat het de vergadering niet wil beïnvloeden. Hij
dacht dat men uit de onzekerheden en de onduide
lijkheden zal komen. Wat het appèl op een volle
dige samenwerking in de toekomst betreft, achtte
hij het raadzaam de ontwikkelingen af te wachten.
Aan de heer De Vries antwoordde dr. Verhage,
dat het getal van 30.000 inwoners inderdaad wat
willekeurig gekozen is. De meningen liepen erover
uiteen. Men heeft elkaar toen kunnen vinden op
een aantal van 30.000.
Over de suggestie om de Commissie bevoegd
heden te geven als een plaats meer dan 30.000
inwoners gaat tellen, wil het bestuur zich graag
beraden. Hij vond het ongewenst om het voorstel
nu te amenderen, aangezien dan weer de gehele
weg bewandeld zou moeten worden, die bij de
voorbereiding is afgelegd.
Bij de proefneming bij zitten en opstaan
verklaarde zich slechts één afgevaardigde tegen
het voorstel. Mr. Van Beekhoff noemde dit een
heel duidelijke uitspraak. Hij was blij dat deze be
langrijke stap met een zo overweldigende meerder
heid is gezet.
Ook dr. Verhage sprak zijn dank uit. De ge
toonde eensgezindheid zal het bestuur sterken, zo
zei hij, in het streven de samenwerking uit te brei
den en zo hecht mogelijk te doen zijn.
Een hoofdelijke stemming was uiteraard niet
meer nodig.
Drs. R. Manschot, directeur van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, heeft het voorzitterschap
van de Stichting Bevordering Chequeverkeer over
genomen van dr. J. R. M. van den Brink, lid van de
raad van bestuur van de Amro Bank.
i
I
J
ÏI1
De behandeling van het voorstel tot wijziging
van de artikelen 17, 50 en 51 van de statuten van
de Centrale Bank heeft op de Algemene Vergade
ring een voor onze algemene vergaderingen onge
bruikelijk verloop gekregen.
He voorstel tot wijziging van artikel 17 van de
statuten betreft het vestigingsbeleid. De voorge
stelde verandering van artikel 50 van de statuten
heeft twee bedoelingen en wel in de eerste plaats
nog beter te waarborgen dat de solvabiliteit van
de Centrale Bank niet beneden de daaraan door
de Nederlandsche Bank gestelde eisen zal dalen
en in de tweede plaats het aandelenkapitaal van de
Centrale Bank weer uitsluitend te doen bestaan
uit verplicht volgestorte aandelen. Voor het overige
hebben de voorgestelde wijzigingen betrekking op
de bewaring van effecten en de vestigingsregeling.
De bank Oosterwolde diende een amendement
in op het zevende lid van artikel 50. De heer
Casimir, die zei te spreken namens twintig banken
in Oost-Friesland, lichtte het toe. Hij wenste dat
aan de verplichting van de aangesloten banken om
aandelen te nemen in het kapitaal van de Centrale
Bank zou worden toegevoegd, dat de door de Cen
trale Bank te betalen rente minstens gelijk dient
te zijn aan de door de Centrale Bank aan de aan
gesloten banken geadviseerde hypotheekrente. Hij
achtte dit alleszins redelijk.
De voorzitter van het bestuur dr. A. J. Verhage
waarschuwde, dat men zich er goed van bewust
moet zijn, dat de rente moet worden uitgekeerd uit
de winst. Als we ons binden in de statuten, zoals
Oosterwolde heeft voorgesteld, dan dienen we er
rekening mee te houden, dat de rente ook wel
eens niet uit de winst zal kunnen worden uitge-
26 o