neer de kleinere, oudere schepen in voldoende mate uit de vaart genomen zullen worden wordt er ruimte geschapen voor de bouw van nieuwe mo dern geoutilleerde schepen. De algemene sloopregeling zal vooral moeten bijdragen tot een betere kwaliteit van het vervoers- apparaat. Het minst rendabele gedeelte van de scheepsruimte dient gesaneerd te worden. Voor dit alles is echter een ruimere regeling voor de bedrijfsbeëindiging nodig, welke zorgt voor een betere sociale begeleiding, hetgeen met name be pleit wordt in het rapport van de studiecommissie Sloopregeling Binnenvaart. Ditzelfde rapport heeft bovendien een aantal verzachtende fiscale maat regelen voorgesteld om het de kleine binnenvaar der mogelijk te maken zijn schip af te stoten. Wil men de structuur van de binnenvaart ver beteren dan is naast sanering modernisering nodig. In dit verband wordt in het eerder vermelde rap port aangedrongen op het scheppen van ruimere financieringsmogelijkheden voor de binnenvaart. De studiecommissie dringt erop aan de gehele be drijfstak van de binnenscheepvaart aan te wijzen als een sector vallende onder de werking van het zgn. bedrijfsontwikkelingskrediet. Voorts stelt zij voor een specifieke hypothecaire garantiekrediet- regeling voor de binnenvaart tot stand te brengen. Men acht een dergelijke algemene regeling gun stiger dan de bestaande faciliteiten krachtens de Beschikking Bijzondere Financiering Binnenvaart. Deze wensen kwamen overigens opnieuw tot uiting in de openbare hoorzitting, belegd door de bijzon dere commissie voor het Wetsontwerp wijziging Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart. In deze zitting werd er onder meer op aange drongen de werking van de bestaande slooprege ling te beperken tot schepen kleiner dan 300 ton en de nieuwe algemene sloopregeling, waarvoor het wetsontwerp over niet al te tange termijn zal worden ingediend, van toepassing te verklaren op schepen van 300 ton of meer. Wel zal in beide regelingen, in weerwil van de aanbeveling van de E.E.G.-commissie, het ontwikkelingselement moeten worden ingebracht. Worden de te treffen capaci teitsmaatregelen gericht op de verbetering van de kwaliteit van de vloot dan zal het mogelijk moeten zijn dat de slooppremie gebruikt wordt voor her investering. Bij de algemene sloopregeling zal het bedrijfsleven zelf 2/3 van de kosten moeten op brengen. Gesproken wordt over een slooprege- lingskas, waarin de schepen ongeacht of zij bin nenslands of internationaal vervoeren een bepaald percentage van het vrachtbedrag zullen moeten storten. Het is duidelijk dat er bij de regeling van de binnenvaart belangrijke wettelijke maatregelen op stapel staan. Van de uitgebreide problematiek zijn in dit verband slechts enkele essenties weer gegeven. OPHEFFING SCHIPPERSBEURZEN Sedert 1933 kent Nederland het systeem van de evenredige vrachtverdeling. Volgens dit systeem zijn de binnenschippers (behoudens ontheffing) verplicht via de beurs, zoals dat heet ,,a tour de röle" te bevrachten. De schipper, die zijn lading heeft afgeleverd, laat zich bij de dichtstbijzijnde schippersbeurs inschrijven en wacht zijn beurt af. De wachttijd is afhankelijk van de vraag van de verladers. Er is sprake van een door de overheid geschapen en in stand gehouden systeem dat dateert uit de crisisjaren en een sterk sociale in slag heeft. Enerzijds geeft het systeem de zeker heid dat het schip, dat inschrijft bij één van de 12 schippersbeurzen, bevracht wordt anderzijds wordt er weinig overgelaten aan het particuliere initiatief. Nu de regering het voornemen heeft het systeem van evenredige vrachtverdeling dit jaar op te heffen is er in kringen van de binnenscheep vaart een heftige discussie losgebarsten. Particu lier initiatief zal de plaats moeten innemen van een systeem, waarbij het samenbrengen van vraag en aanbod in een ambtelijke structuur was ingekap seld. Het valt niet te ontkennen, dat de plotselinge opheffing van deze reeds jarenlange bestaande regulering veel schippers voor grote moeilijkheden zal plaatsen. Wel wordt het moment geschikt ge acht, gezien de goede bezettingsgraad. Het ge ringe acquisitieve vermogen en het individualisme van de meeste schippers vormen belemmeringen. Een oplossing kan worden gevonden in vormen van commerciële samenwerking. Voor een nieuwe structuur van de binnenlandse markt, waarbij een zo goed mogelijke aanpassing van vraag en aanbod tot stand komt, zullen nieuwe communicatiemiddelen nodig zijn. Allereerst is echter een betere kennis van de structuur van deze bedrijfstak nodig. Naar verwacht zal over niet al te lange tijd een structuurrapport over deze be drijfstak verschijnen, wat hopelijk een nieuw licht zal laten schijnen op deze materie. 757

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 23