iijjiijiiiiLjiRHiikjijiamil 1 Naast het wegvervoer neemt het vervoer te water een belangrijke plaats in. Uitgedrukt in ton- kilometers is hot aandeel van de binnenvloot in het totale binnenlandse vervoer ruim 41 Het auto- vervoeraandeel is ruim 51 terwijl de spoor wegen 8 voor hun rekening nemen. Deze laatste sector vertoont in het binnenlands verkeer een geleidelijke achteruitgang in het aantal ton- kilometers, namelijk van 2,2 miljard in 1965 tot 1,6 miljard in 1968. De binnenvaart zag haar ver- voersprestatie oplopen van 5,8 tot 8,7 miljard ton- kilometer. BINNENVAART EEN ZAAK VAN KLEINE ZELF STANDIGEN Naast het eigen vervoer door bedrijven, met name in de tankvaart, kent men het beroepsver- houdt verband met de afzonderlijke typen vergun ningen die krachtens de Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart voor ieder van deze vervoers vormen worden afgegeven. Per 1 januari 1965 waren er in Nederland circa 85.000 binnenvaartondernemingen, waarvan circa 95 slechts over 1 tot 2 vaartuigen beschikte. Een groot deel van de binnenvloot bestaat uit rela tief kleine vaartuigen. Bovendien is er sprake van een aanzienlijke veroudering. Van de tonnage aan tank- en vrachtschepen viel in 1965 ruim 61 in de klasse beneden de 300 ton. Van het totale laad vermogen was 63 ouder dan 35 jaar. UITBREIDING EN MOTORISERING Dat de binnenvloot een sterk vergrote vervoers- prestatie heeft kunnen leveren is het gevolg van voer. Dit valt uiteen in het geregeld of beurtvervoer op vaste trajecten en het ongeregelde vervoer. Onder dit laatste valt onder meer de wilde vaart met als bijzondere vorm de campagnevaart (ver voer van fabrieksaardappelen). Genoemde indeling een sterke uitbreiding en motorisering van de vloot. Het aantal schepen nam toe van 15.700 in 1957 tot bijna 20.500 in 1969. Het laadvermogen groeide in genoemde periode met 51 Daarnaast leidde een sterke motorisering tot aanzienlijke ver- 255

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 21