toelichting op de jaarstukken
moeilijkheden dat ieder zijn eigen bank kan kiezen.
Hij voegde eraan toe, dat de staatssecretaris zich
bereid verklaard heeft om nieuwe suggesties, die
de praktische bezwaren zouden kunnen onder
vangen, in overweging te nemen. In overleg met de
Eindhovense collega's bezint het bestuur zich erop
welke stappen na deze nota moeten worden gezet.
Het is dit verplicht ten opzichte van de vele reeds
door de Raiffeisenbanken gefinancierde midden-
standsbedrijven.
EIGEN ADMINISTRATIE
Aandacht wijdend aan de eigen administratie
vestigde dr. Verhage er de aandacht op, dat het
aantal banken, waarvan de boekhouding op de
centrale computer in Utrecht wordt verwerkt, in
1969 is gestegen van 65 naar 104. Hierbij de nood
zakelijke minimum grootte van een lokale bank in
zijn beschouwingen betrekkend er is in de vo
rige Algemene Vergadering een vraag over gesteld
door het bestuur van de bank Oosterwolde zei
dr. Verhage o.a. dat naar de mening van bestuur
en directie niet moet worden gestreefd naar te
grote werkgebieden van plaatselijke Raiffeisen
banken, zeker niet buiten het echte stedelijke ge
bied. Ten aanzien van de omstandigheden in de
grote steden menen bestuur en directie dat de be
werking door een aantal kleinere banken onge
wenst is. In het werk van de plaatselijke banken
gaat de interne controle een steeds grotere rol
spelen, wat een personeelsbezetting vraagt van
minimaal vier personen, van wie er twee leiding
kunnen geven en verantwoordelijkheid kunnen dra
gen. Het kennen van de criteria voor de gewenste
grootte van een bank plaatselijke omstandig
heden spelen hierbij hun rol achtte dr. Verhage
van belang voor de beantwoording van de vraag,
wanneer tot fusie moet worden besloten.
In 1969 kwamen elf fusies tot stand, waaraan
vijftien Raiffeisenbanken en zeven niet tot de orga
nisatie behorende banken medewerkten. De thans
641 aangesloten banken exploiteerden op 31 de
cember 1969 1623 kantoren; er werden 56 zittingen
gehouden.
Na erop gewezen te hebben dat het in het afge
lopen jaar mogelijk gemaakt is in de reisbemidde-
ling op te treden, deelde dr. Verhage mee, dat de
modernisering van de bedrijven en het steeds weer
aanvatten van nieuwe taken veroorzaakt hebben
dat de groei van de organisatie versneld doorging.
Het balanstotaal van de gehele organisatie steeg
van 8,5 miljard eind 1968 naar 9,7 miljard eind
1969. In vier jaar tijds is het met ongeveer de helft
gegroeid.
Tenslotte besprak dr. Verhage de balans en de
winst- en verliesrekening van de Centrale Bank.
De belangrijke onkostenstijging moet worden toe
geschreven onder meer aan de niet onaanzienlijke
toeneming van het aantal personeelsleden en aan
de stijging van bijvoorbeeld de uitgaven voor de
voorlichting en de publiciteit, de huisvesting en de
reiskosten. De onkosten werden voorts verhoogd
door de bijdrage aan de Bankgirocentrale en aan
het Betaalchequeproject. De hogere bate die de
posten interest en provisie opleverden verklaart
waarom het resultaat over 1969 toch gunstig was.
Uit de balans blijkt, dat het eigen vermogen van
de Centrale Bank van 114,8 miljoen steeg naar
f 120,6 miljoen. Na de vorige Algemene Vergade
ring was de bouwreserve gestegen tot f 6,1 mil
joen. De kosten voor een nieuw betrokken pand
in Utrecht en voor een nieuw bijkantoor in Gro
ningen werden hieruit betaald. Daarom is voorge
steld om opnieuw f 4 miljoen aan de bouwreserve
toe te voegen.
In het kader van de uitzettingen heeft het be
stuur gemeend, aldus dr. Verhage, bij de groei van
het bedrijf en van de uitzettingen in de laatste jaren
de effecten-portefeuille bij deze hoge kapitaal
marktrente in belangrijke mate te moeten aanvul
len. Sinds 1964 was deze post vrijwel onveranderd
gebleven.
Na de voorziening voor belastingen resteert een
winst van 9.406.288,wat ruim 1 miljoen hoger
is dan de winst over 1968. Met het overlopende
saldo uit het vorige jaar is voor winstbestemming
beschikbaar f 9.465.470,Het bestuur stelt voor
van dit bedrag f 5 miljoen toe te voegen aan de
algemene reserve en 4 miljoen aan de bouw
reserve, zodat een bedrag van f 465.470,naar
nieuwe rekening kan worden overgebracht. Met het
uitspreken van dank aan allen, die tot het bereiken
van dit bevredigend resultaat hebben meegewerkt
en met de verzekering, dat men vertrouwen in de
toekomst van de organisatie kan hebben, stelde
dr. Verhage voor om de jaarstukken goed te keu
ren en daarmee het bestuur te dechargeren en de
voorstellen te aanvaarden. De vergadering ging
hiermee unaniem akkoord.
252