DE NIEUWE STRUCTUURVOORSTELLEN
VAN
DR. IYIANSHOLT
Begin mei heeft de Europese Commissie richt
lijnen voor de hervorming van de landbouw aan de
Raad van Ministers voorgelegd. Daarmee begon
opnieuw de discussie over het gemeenschappelijke
structuurbeleid, die na de indiening van het plan-
Mansholt eind 1968 een hoogtepunt bereikte, maar
geleidelijk was verflauwd toen de E.E.G.-ministers
onmachtig bleken voortgang te maken met het
markt- en prijsbeleid, laat staan met het veel dieper
ingrijpende structuurbeleid. In ons land richtte de
aandacht van de boeren en tuinders en hun orga
nisaties zich in het afgelopen voorjaar meer op de
nationale politiek. Dit culmineerde in de brief, die
het Landbouwschap op 29 april aan de Neder
landse ministerraad stuurde en waarin om een ge
sprek met de regering werd gevraagd, om de
wensen van het agrarisch bedrijfsleven toe te
lichten. Deze wensen werden in de brief van het
Landbouwschap onder verwijzing naar het eer
der verschenen urgentieprogramma 1970 als
volgt samengevat:
snellere afvloeiing uit de landbouw van zelf
standigen, agrarische werknemers en medewer
kende gezinsleden, door bevredigende sociale
begeleiding, saneringsregelingen, specifieke
omscholingsregelingen en het scheppen van
alternatieve werkgelegenheid
stimulering van de produktiviteitsstijging voor
de blijvende ondernemingen door extra maat
regelen in de sfeer van de financiering, belas
ting, produktiestructuur en bedrijfsstructuur
versterking van de concurrentiekracht van de
land- en tuinbouwbedrijven en van het verwer-
kings- en afzetapparaat waardoor het aandeel
van Nederland op de internationale markt van
agrarische produkten kan toenemen
244