DE FUNDAMENTEN Bij zijn bezoek aan Leeuwarden in maart zei minis ter Lardinois, dat hij nog geen fundamentele kritiek op zijn beleid had gekregen, noch van de Friese organisaties, noch van het Landbouwschap of van de Tweede Kamer. Hiermee vroeg de minister als het ware om kritiek, en die heeft hij ook gekregen. Later, tijdens zijn driedaagse rondreis door het noorden gaf de bewindsman een toelich ting op zijn gewraakte uitspraak. Hij had, aldus het Fries Landbouwblad, bedoeld dat er geen wezen lijk andere beleidsmaatregelen („reële alternatie ven") waren bepleit. Dit is een woordenspel. Het was de minister immers al wel eerder bekend, dat over de grote lijnen van het landbouwbeleid in ons land tussen overheid en bedrijfsleven weinig ver schil van mening bestaat. We zijn het er over eens, dat de agrarische bedrijven zich zullen moeten aanpassen, dat er nog veel mensen de landbouw zullen moeten verlaten en dat er naar herstel van het marktevenwicht moet worden gestreefd. Ge geven deze overeenstemming is die kritiek funda menteel, die zegt dat het beleid onvoldoende mid delen heeft of verschaft om de doelstelling op een verantwoorde wijze naderbij te brengen. Welnu, de critici van de minister betogen dat het markt- en prijsbeleid van Den Haag en Brussel geen enkel perspectief en het structuurbeleid te weinig alter natief biedt (ir. C. S. Knottnerus in de bestuurs vergadering van het Landbouwschap). KOUDE SANERING Het landbouwbeleid is onmachtig en tweeslach tig, schreef Ons Platteland. Ook het Z.L.M.-blad had kritiek op fundamentele punten van het beleid van minister Lardinois. Het wees op de grote moeilijk heden in grote sectoren van de Nederlandse land bouw: fruitteelt, melkveehouderij en akkerbouw. „De minister", zo betoogde het bestuur van de Z.L.M., 195

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 9