HERZIENING RINGINDELING WAT ONS BEZIG HOUDT... In verschillende ringen is dit voorjaar het onder werp herziening van de ringindeling aan de orde geweest. Het onderwerp is niet uit de lucht komen vallen, want in 1966 werd door de Structuurcom missie in haar rapport de aanbeveling gedaan de ringgrenzen in sommige gebieden te herzien. De ringen vervullen in het overleg- en informatiepro ces in onze organisatie een belangrijke functie. Om die goed tot zijn recht te laten komen, is het ge wenst de indeling van banken in groepen zo vast te stellen, dat een goed contact met de vertegen woordigers van de banken mogelijk is. De groepen mogen daarom niet te groot zijn. Ook zeer kleine groepen zijn niet gewenst. Een vruchtbaar contact en overleg is, naar de ervaring leert, zeker moge lijk bij een ring ter grootte van 15-20 banken. Bij de indeling dient bovendien rekening te worden gehouden met geografische scheidslijnen en met onderlinge raakvlakken van de banken. Een herziening van de indeling is niet in alle provincies nodig gebleken. In Groningen en Drenthe bijvoorbeeld is aan de gestelde eisen voor een goede indeling in het algemeen voldaan. Het Bestuur van de Centrale Bank heeft ge meend, de ringwijzigingen in fasen te moeten door voeren. In de eerste fase zijn de provincie Fries land, De Graafschap en Midden-Nederland bij het herzieningsplan betrokken. Later zullen andere delen van het land volgen. De wijzigingen Friesland In deze provincie waren 5 ringen, waarvan de grootte varieerde van 8 tot 22 banken. Door fusies is het aantal banken in deze provincie de laatste jaren nogal teruggelopen. De bestaande 74 banken worden nu heringedeeld in een viertal ringen: een zuidwestelijke ring met 20 banken noordwestelijke 18 noordoostelijke 16 zuidoostelijke 20 Welke naam aan de nieuwe ringen zal worden gegeven, staat nog nader te bezien. In het najaar 1970 zullen de banken voor het eerst in de nieuwe formaties bijeenkomen. 190

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 4