bedrijfsverzekering
De werkgeversaansprakelijkheidsverzekering van
de verzekerde tegenover derden bij schaden door
motorrijtuigen van personeel. De W.A.B.-polissen
sluiten altijd schaden teweeggebracht met motor
voertuigen uit. Dat is logisch want deze dienen te
worden verzekerd op een andere polis; die voor
verzekering van motorrijtuigen. Toch kan het voor
komen dat een werkgever aansprakelijk gesteld
wordt, omdat een personeelslid in de tijd van de
baas" met een eigen motorvoertuig iemand schade
toebrengt, terwijl de werkgever niet wist dat zijn
werknemer een auto of bromfiets gebruikte. Is
deze dan niet verzekerd dan zou de werkgever
worden aangesproken terwijl er voor hem ook
geen dekking is.
In die gevallen, waarin sprake is van schaden
met motorrijtuigen omtrent het gebruik waarvan bij
de werkgever geen wetenschap bestond, vindt die
werkgever dekking die een goede W.A.-verzeke
ring heeft lopen.
Voorts de aansprakelijkheid die ontstaat in ver
band met schaden teweeggebracht door aan de
verzekerde in eigendom toebehorende onroerende
goederen. Ingevolge artikel 1405 B.W. is de eige
naar van een gebouw aansprakelijk voor de schade
die veroorzaakt wordt door gehele of gedeeltelijke
instorting. De rechtspraak pleegt het begrip in
storten ruim te nemen: het naar beneden vallen
van dakpannen wordt daaronder b.v. mede begre
pen.
Voor winkelbedrijven b.v. is het van belang het
risico van W.A. verzekerd te weten dat veroorzaakt
wordt door schade die is toegebracht door het
laden en lossen van auto's en aanhangwagens.
Zo zijn er nog meer rubrieken op te noemen,
doch wij willen hiermede volstaan. We merken nog
op dat het uiteraard bij de polissen voor land
bouwers en veehouders gebruikelijk is de aan
sprakelijkheid voor dieren mee te verzekeren.
Wij hebben hiermede getracht een kort overzicht
te geven van de wetenswaardigheden die met
W.A. en W.A.-verzekering samenhangen. Nood
zakelijkerwijs blijft ons relaas enigszins aan de
oppervlakte. Wij willen daarom eindigen met een
goede raad:
Leest u de polissen en de folders van de maat
schappijen waar u voor bemiddelt goed door en
laat u gedegen voorlichten door de inspecteurs!
Dat de persconferentie van dr. A. J. Verhage,
voorzitter van het Bestuur van de Coöp. Centrale
Raiffeisen-Bank, reeds tot reacties in de pers heeft
geleid, behoeft hier geen vermelding. Evenmin be
hoeft hier nog uitvoerig te worden uitgeweid over
wat nu precies op 27 april 1970 in het Apollohotel
te Amsterdam is besproken. Voor zover de kranten
over onderwerpen als de vestigingsregeling, het
verschil tussen handelsbanken en Raiffeisen-
banken, de moeilijkheden in de agrarische sfeer,
de jeugdspaarwet, de middenstandsfinanciering, de
Postcheque- en Girodienst en vele andere onder
werpen al niet hebben geschreven, is het hier niet
de plaats daarop in te gaan.
230