i crd de prachtige laal-Gothische kerk van het dorp een prooi der vlammen. De brand ontstond op het dak door onachtzaamheid van een loodgieter, die gebruik maakte van een soldeerapparaat. Ook brandweren van omliggende plaatsen moesten uitrukken om het vuur, dat werd aangewakkerd door een felle oostenwind, te blussen. De schade wordt geschat op vele tonnen z ontstqnd uooioververhitting een kleine brand. Het vuur veroor zaakte een ontploffing waardoor een tweetal arbeiders vrij ernstig werd gewond heb geen schuld, want ik heb de daad van mijn leerling of mijn kind niet kunnen beletten" en dat zij, als zij dat kunnen bewijzen, ook geen schade vergoeding behoeven te betalen. Een werkgever kan zich hierop nooit beroepen, of hij schuld heeft of niet, hij is aansprakelijk en moet vergoeding be talen aan degene die schade leed door toedoen van zijn personeel. De rechtvaardiging hiervoor werd eertijds ge zocht in het feit dat men als werkgever toch schuld heeft: men had dan maar zorgvuldiger moeten zijn met het uitkiezen van zijn personeel, een nogal theoretische raadgeving die men, zo lijkt het wel, trachtte te verdoezelen door het gebruiken van een Latijnse term: culpa in eligendo (schuld in het kiezen). Deze theorie is al lang verlaten en men spreekt nu van „risico-aansprakelijkheid": de werkgever moet het risico maar dragen voor de schaden, die zijn ondergeschikten hebben aange richt of hij schuld heeft of niet. Dit is, dachten wij, alleen al een reden om als 7 1 O Stx Stl ondernemer een W.A.-verzekering te sluiten. Elk bedrijf of het nu groot is of klein, is immers af hankelijk van wat zijn ondergeschikten doen of na laten! Ook al heeft de werkgever nog zoveel veilig heidsvoorschriften gegeven, ook al laat hij nog zoveel toezicht uitoefenen, als aan een derde schade wordt toegebracht dan krijgt hij niet eens de gelegenheid aan te tonen dat hij het niet kon helpen. Hij is aansprakelijk en hij moet betalen. De voorbeelden liggen voor het oprapen: als een werknemer „in de tijd van zijn baas" een verkeersongeluk veroorzaakt, is de werkgever aan sprakelijk; als een loodgietersknecht brand veroorzaakt, moet zijn baas de schade betalen; als een knecht van een loonspuitbedrijf te kwistig met vergif sproeit, draagt de loonspuiter de lasten. Nog veel ernstiger wordt de zaak als men be denkt dat zelfs in geval van opzet door de werk- •rd de *n n nemer, diens principaal zich niet van schuld kan vrijpleiten, omdat zijn aansprakelijkheid immers ge baseerd is op risico. Naast de onrechtmatige daden van personeel scheppen ook de eigen handelingen of nalatig heden een verbintenis tot betaling van schadever goeding. Artikel 1401 van het Burgerlijk Wetboek stelt dit duidelijk: „elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht stelt degene, door wiens schuld de schade veroorzaakt is in de verplichting om dezelve te vergoeden", hetgeen nog eens her haald wordt in de eerste zin van artikel 1403. Is het noodzakelijk zich als ondernemer van een W.A.-verzekering te voorzien, even noodzakelijk is het bij te blijven en steeds te volgen wat er aan moderne verzekeringsvormen op de markt komt. In oudere polissen van W.A.B.-verzekering werd als regel de z.g. contractuele aansprakelijkheid uitgesloten. Meestal was deze uitsluiting een bron van misverstanden omdat het verschil tussen zui vere W.A. en contractuele aansprakelijkheid lang niet altijd duidelijk is te constateren. Nog ingewik kelder wordt het als de aansprakelijkheid voor ge leverde produkten en verrichte diensten ten tonele verschijnt. Het is tot voor kort altijd zo geweest dat de verzekeraars alleen de aansprakelijkheid die uit de wet voortvloeit voor hun risico wilden nemen en geen aansprakelijkheid uit contract (overeen- 227

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 41