wat anderen schrijven lening toenemen en de risico's bij bedrijfsfinan- cieringen toenemen wordt de aandrang tot kosten verlaging door middel van automatisering groter en daarmee ook de noodzaak tot samenwerking. Het tempo van de rationalisering in de West- duitse Raiffeisenbankorganisatie werd verder ver scherpt aldus Raiffeisenrundschau van maart jl. Het aantal hoofdkantoren nam daarbij af terwijl het aantal bijkantoren met 12,3% toenam. Hierbij zijn de 104 bijkantoren van de twaalf centrale ban ken inbegrepen. De Raiffeisenbankorganisatie is thans op bijna 14.500 plaatsen met een vestiging vertegenwoordigd. Daarnaast zijn er zittingen, rij dende kantoren, agentschappen, wisselkantoren en betaalkantoren. In twaalf jaar tijds is het aantal zelfstandige banken teruggebracht van 11.032 tot 7.279. Er worden gemiddeld 300 banken per jaar door fusies en dergelijke opgenomen. Gedurende de laatste drie jaren lag dit tempo aanzienlijk hoger namelijk op 600 banken per jaar. Het gemiddelde balanstotaal is gegroeid van ruim een half miljoen D.M. in 1957 naar ruim 5 miljoen D.M. per eind 1969. Tijdens de zitting van de Internationale Raif- feisen-Unie in februari van dit jaar in Frankfurt werd dr. Arnold Edelmann, directeur van de orga nisatie van Zwitserse Raiffeisenbanken, tot voor zitter gekozen. Als vice-voorzitter treedt op dr. h.c. Theodor Sonnemann van het Westduitse Raif- feisenverband. De in maart 1968 gestichte Inter nationale Raiffeisen-Unie telt thans circa 50 Raif- feisenorganisaties als leden. De leden zijn afkomstig uit Argentinië, België, Brazilië, Chili, Denemarken, West-Duitsland, de Dominicaanse Republiek, Finland, Frankrijk, Grie kenland, Engeland, Italië, Japan, Columbia, Korea, Luxemburg, Nederland (onder andere de Centrale Raiffeisen-Bank), Oostenrijk, Perzië, Portugal, Zwe den, Zwitserland, Turkije en de U.S.A. In Michigan, U.S.A., zijn studenten ervan over tuigd dat ze, evenals andere personen, een spaar bank nodig hebben, aldus Credit Union Magazine. De studenten hebben vooral behoefte aan allerlei bankfaciliteiten zoals persoonlijke leningen met een lage rente, spaarrekeningen, rekening-courant, en de mogelijkheid om cheques uit te geven. In Ann Harbor bleek dat de handelsbanken hiervoor maar nauwelijks geïnteresseerd waren. Maar kan een student lid worden van een spaar bank? Verkeren studenten niet in een andere po sitie omdat hen een regelmatig inkomen ontbreekt? Het antwoord, gebaseerd op ervaringen van een Credit Union in Michigan is een grote verrassing geworden. In de eerste twee maanden dat de Cre dit Union voor studenten bestond, werden 12.000 personen lid. Ze spaarden samen 145.000, slechts 45.000 werd uitgeleend. De vraag naar leningen neemt echter wel toe naarmate het leerjaar naar zijn eind loopt. Studenten, die in de zomer hadden gewerkt, spaarden meestal een groot gedeelte. Vanaf Kerstmis daalden de besparingen en stegen de verstrekte leningen. Voordat men tot oprichting van de bank besloot, werd een enquête gehouden bij 550 studenten. Uit de response werd berekend dat 17.000 van de 32.000 studenten bij een spaarbank een tegoed be zaten tot een totaalbedrag van 5 miljoen. In feite dient men rekening te houden met een aantal studenten met vaste inkomensbronnen zoals inkomsten uit verrichte werkzaamheden, inkomsten van echtgenoot, studie-uitkeringen, schenkingen en uitkeringen van ouders. Sommige studenten ont vangen grote bedragen ineens. Hierdoor wordt de wens om deze bedragen op een veilige plaats vast te zetten, verklaard. In het begin was het aantal beschikbare vrijwil ligers om een Credit Union op te zetten een pro bleem. Het maken van een werkschema werd een tijdrovende zaak. Soms werd de hulp ingeroepen van de vereniging van Credit Unions. Sinds de oprichting heeft de bank verzoeken om inlichtingen ontvangen van universiteiten in twaalf staten. Volgens één der oprichters is de tijd rijp voor een studentenspaarbank. Het gehele land vraagt de jongeren meer te integreren in de maat schappij. Welke groep van jonge mensen zou dit beter kunnen doen dan studenten? 270

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 34