genoten, dan wel slechts door beide echtgenoten
tezamen op afbetaling kan worden gekocht. Het
genoemde arrest van de Hoge Raad maakt
duidelijk dat de bank geen onderzoek naar de be
stemming van de auto behoeft te doen en in het
algemeen kan volstaan met de echtgenoot die de
auto koopt. Doch het arrest bevat ook een waar
schuwing waar het zegt dat de bestemming ook
„uit de hem bekende omstandigheden" kan wor
den afgeleid. Deze waarschuwing dient ter harte te
worden genomen als de bank het aanschaffen van
een tweede auto gaat financieren, aangezien parti
culieren die zich een tweede auto aanschaffen
deze wagen doorgaans als een echte gezinswagen
beschouwen en dus voor de huishouding hebben
bestemd. Voorts zij men op de waarschuwing be
dacht als de cliënt met zoveel woorden aan de
bank doet weten dat hij zijn (eerste) auto voor ge
zinsdoeleinden aanschaft. In zulke gevallen ver
dient het zeker is zeker aanbeveling er op
toe te zien dat beide echtgenoten zowel de koop
akte als de overdrachtsakte (dus zowel als koper
en als overdrager) tekenen.
DE TOESTEMMING VAN DE ECHTGENOOT
Deze toestemming is vereist voor een aantal
transacties, waarbij niet beide echtgenoten doch
slechts een hunner contractpartij is. Nakoming van
de overeenkomst als zodanig kan anders dan in
geval van „medewerking" niet van de andere
echtgenoot worden geëist.
De wet bepaalt: Een echtgenoot behoeft de toe
stemming van de andere echtgenoot voor de vol
gende rechtshandelingen:
a. overeenkomsten tot vervreemding, bezwaring of
ingebruikgeving en handelingen tot beëindiging
van het gebruik van een door de echtgenoten
tezamen of door de andere echtgenoot alleen
bewoonde woning of van zaken die bij een
zodanige woning of tot de inboedel daarvan
behoren;
b. giften, met uitzondering van de gebruikelijke,
niet-bovenmatige;
c. overeenkomsten waarbij hij, anders dan in de
uitoefening van een beroep of bedrijf, zich, als
borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
zich voor een derde sterk maakt, of zich tot
zekerheidsstelling voor een schuld van een
derde verbindt.
HYPOTHEEK, VERVREEMDING, VERHURING ENZ.
Vóór 1 januari 1970 gold het vereiste van toe
stemming voor vervreemding, bezwaring enz. voor
de echtelijke woning respectievelijk voor de wo
ning, die de andere echtgenoot alleen bewoont.
Thans geldt het toestemmingsvereiste voor een
door de echtgenoten tezamen of door de andere
echtgenoot alleen bewoonde woning. De wetgever
heeft de werking van het toestemmingsvereiste
uitgebreid tot de gevallen waarin het gezin twee
woonmilieus heeft. Dat doet zich voor als het gezin
tijdens de weekeinden regelmatig in een andere
woning verblijft dan het tijdens de werkdagen doet.
Hetzelfde geldt als de vrouw met het oog op haar
eigen gezondheid of die van haar kinderen een
woning behoeft in een andere plaats dan die waar
haar man werkzaam en door de week woonachtig
is, terwijl overigens de gezinsband intact is ge
bleven.
Een vakantiehuis behoort niet tot het eigenlijke
woonmilieu en wordt dus niet door het toestem
mingsvereiste getroffen.
In de praktijk zal men echter niet steeds weten
of een vakantiehuis niet tevens als tweede woon
milieu moet worden beschouwd.
Huizen in aanbouw en huizen die worden aange
kocht, zijn niet bewoond. Zolang het gezin of de
andere echtgenoot de bewoning van dat huis niet
heeft aangevangen, kan vervreemding of bezwa
ring plaats hebben zonder de toestemming van de
andere echtgenoot. Voormelde twijfel ten aanzien
van de vraag of een vakantiehuis al dan niet als
tweede woonmilieu is te beschouwen, kan de bank
onberoerd laten als zij de aankoop of bouw van
het vakantiehuis financiert en zich daartoe hypo
theek op het vakantiehuis laat geven. In de geval
len echter waarin een vakantiehuis met hypotheek
moet worden bezwaard, enige tijd nadat de bouw
is voltooid of het huis is aangekocht, verdient het
aanbeveling om bij het vestigen van hypotheek op
het vakantiehuis voor alle zekerheid de toestem
ming van de andere echtgenoot te laten geven
217