zal de president krachtens deze wet in geval van nood de invoerrechten met maximaal 20 kunnen wijzigen. De criteria voor de toepassing van be schermende maatregelen kunnen worden verruimd. Ten slotte wordt voorgesteld het zogenaamde Ame rican Selling Price systeem, dat invoer belast op basis van geschatte verkoopprijzen, over de gehele linie af te schaffen. Van Amerikaanse zijde blijft men overigens aan dringen op een verder openstellen van de E.E.G. voor agrarische produkten. Sedert 1965 vertoont de export naar de E.E.G. van Amerikaanse land- bouwprodukten een zekere stagnatie, reden van deze aandrang. Welke de gevolgen van eerder vermelde wet voor de E.E.G.-exporten zullen zijn, is nog niet te overzien. Wel is het duidelijk dat de E.E.G. slechts ten dele afhankelijk is van de Verenigde Staten. Ongeveer 16% van de export richt zich op dit land. Opvallend is ook dat de sterke expansie van de Westeuropese economie in 1969 niet gepaard ging met een sterke expansie van de exporten naar de Verenigde Staten. Het zijn kennelijk andere lan den die voor de E.E.G.-landen belangrijk zijn. Men zal zich in het algemeen veel meer zorgen moeten maken omtrent het kosten- en prijsverloop. De meeste Westeuropese landen worden geconfron teerd met sterke loonstijgingen. Het is maar de vraag of hiertegenover een voldoende stijging van de produktiviteit zal staan. GELDMARKT Een markt wordt beheerst door vraag en aanbod. De geldmarkt vormt hierop geen uitzondering. De factoren welke deze markt bepalen, zijn in het al gemeen: vraag: de behoefte aan kort geld in binnen- en buitenland (bijv. van de zijde van lagere overheid en Rijk) aanbod: de liquiditeiten welke door financiële in stellingen worden aangehouden. Het is zinvol zich af te vragen hoe een bepaalde vraag of een zeker aanbod tot stand komt. De vraag naar geld is ondermeer afhankelijk van de mate waarin wel/niet wordt geïnvesteerd. Het aanbod van liquiditeiten door financiële instellingen wordt onder andere beïnvloed door: a. de schommelingen in de omvang van de bank- biljettencirculatie b. de mate waarin belasting moet worden betaald c. het feit of er wel/niet uitkeringen gedaan wor den door het Rijk d. het door de banken wel/niet verplicht moeten aanhouden van een renteloos tegoed bij de Ne- derlandsche Bank. Zowel vraag als aanbod zijn sterk gebonden aan de conjunctuur. Bij de hierboven genoemde factoren is er een aantal waarin een zekere regelmaat kan worden onderkend, b.v. de schommelingen in de bankbil- jettencirculatie, de uitkeringen van het Rijk en de belastingbetalingen. Welke uitwerking deze en an dere niet genoemde verschijnselen op de markt hebben, is evenwel afhankelijk van diverse ontwik kelingen in binnen- en buitenland. Ook de beoor deling van de marktsituatie door de partijen speelt bij het verloop van de markt op korte termijn een belangrijke rol. Dikwijls moet namelijk na enige tijd, wanneer nieuwe gegevens beschikbaar komen, een interpretatie van de feiten, welke tot bepaalde transacties aanleiding geeft, worden herzien. Kort om de markt heeft enige tijd nodig zich aan wijzigende omstandigheden aan te passen. In de eerste weken van april deden zich belang rijke veranderingen in de markt voor. Te noemen zijn o.a.: 1. Een renteverlaging voor eerste klas debiteuren door Amerikaanse banken met V2 E)eze z.g. prime rate is een belangrijke graadmeter voor de internationale rentestand. 2. De ultimo maart in omloop gebrachte bank biljetten in verband met de paasdagen een hoge uitzetting ad 385 miljoen keerden opvallend snel in de kassen van de banken terug, wat o m. kan worden toegeschreven aan het koude ,,voorjaars"weer. Hierdoor waren de banken in staat de van de Nederlandsche Bank opgenomen voorschotten belangrijk te vermin deren. 3. De bekendmaking door de Nederlandsche Bank dat voor de periode 15 april tot 15 mei door de banken geen renteloos tegoed bij haar behoeft te worden aangehouden. Voor de vierde achter eenvolgende maand was nl. de norm voor de particuliere kredietverlening ultimo februari jl. niet overschreden. 213

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 27