ENQUÊTERECHT Reeds sinds mei 1968 ligt bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ter behandeling over de herzie ning van het enquêterecht. Het Wetboek van Koophandel kent reeds lang enige bepalingen, waarin aan een minderheid van aandeelhouders in een naamloze vennootschap het recht is toegekend door de rechter een onderzoek (enquête) te laten instellen naar het beleid en de gang van zaken van die vennootschap. In de praktijk werkte dit enquêterecht niet, om dat er o.a. een regeling ontbrak die het mogelijk maakte, dat wanneer het onderzoek een wanbeleid constateerde, met dwang door de verzoekers aan het wanbeleid een einde kon worden gemaakt. Het nieuwe wetsontwerp geeft een aanzienlijke verruiming van dit enquêterecht te zien. Allereerst blijft het niet beperkt tot de naamloze vennoot schap, maar ook in de coöperatieve vereniging kunnen, volgens het ontwerp, belanghebbenden een onderzoek vragen. Wie kan een enquête vragen? Allereerst de procureur-generaal van het Ge rechtshof te Amsterdam en zulks in het algemeen belang. Verder, bij de n.v., een groep aandeelhou ders, die tenminste een tiende deel van het ge plaatste kapitaal vertegenwoordigt of rechthebben de is op 500.000,aandelen nominaal of zoveel minder als de statuten van de n.v. bepalen. Bij de coöperatieve vereniging geldt dat aanvragers kun nen zijn: „leden der vereniging, ten getale van tenminste 300, of zoveel leden als tenminste een tiende gedeelte van het ledental uitmaken, ofwel zoveel leden als tezamen bevoegd zijn tot het uit brengen van tenminste een tiende gedeelte der stemmen in de ledenvergadering." Een belangrijke uitbreiding is dat ook algemeen erkende centrale organisatie's van werknemers een onderzoek aan de rechter kunnen vragen, indien zij een vakbond vertegenwoordigen die leden heeft binnen het te onderzoeken bedrijf. Hiermee krijgen dus de werknemers van de n.v. of de coöperatieve vereniging indirect de mogelijkheid een onderzoek te laten instellen naar de gang van zaken bij hun werkgever. Van een verzoek tot enquête wordt, zo de n.v. of de coöperatie onder toezicht staat van Ver zekeringskamer of de Nederlandse Bank, afschrif ten naar die toezichthouders gezonden. Deze in stellingen worden steeds gehoord en op de hoogte gehouden. 204

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 18