kredietverlening
CRITERIA TEN AANZIEN VAN BEDRIJFSGROOTTE
Het vraagstuk van de bedrijfsfinanciering moet
worden gezien in de ontwikkeling van land- en
tuinbouw zoals wij die moeten verwachten. Hierbij
speelt een grote rol dat algemeen gesproken wordt
over een noodzaak om de bedrijven te vergroten.
Er zijn echter nog weinig criteria ter beoordeling
van de minimale grootte aanwezig. Belangrijk zou
ook zijn dat zou worden uitgemaakt wat de opti
male grootte zou moeten zijn. Zowel voor de be
drijfsvoering als voor een gezonde financiering
acht ik het van grote betekenis dat de landbouw-
economische instituten in België en in Nederland
zich aan een studie over de minimale en optimale
grootte zouden zetten.
WINSTCAPACITEIT
Land- en tuinbouwbedrijven moeten in stand
worden gehouden en daarom moet de winst een
continuïteit vertonen. Dat is niet zo eenvoudig
wanneer men denkt aan de steeds stijgende ar
beidskosten, die niet alleen leiden tot een nood
zaak in vele gevallen de bedrijfsomvang te ver
groten maar ook tot de noodzaak arbeid te ver
vangen door machines. Hier komt de financiering
van investeringen voor dit doel naar voren; deze
kan betekenen dat de verhouding tussen eigen en
vreemd vermogen ongunstiger wordt. Toch kan dit
nodig zijn om de winstcapaciteit van een bedrijf op
peil te houden.
Voor jonge beginnende ondernemers ligt het
vraagstuk van de beoordeling of op een juiste
basis begonnen wordt nog veel moeilijker. Naast
een oordeel over de financiële positie en de renta-
biliteitsmogelijkheden moet een mening worden
gevormd over de vraag of een jonge, beginnende,
land- of tuinbouwer voldoende vakkennis heeft,
voldoende organisatietalent en voldoende onder
nemerscapaciteiten. Dit is uiterst belangrijk want
bij een relatief klein eigen vermogen moet de jonge
ondernemer bereid zijn om hard te werken en rela
tief spaarzaam te leven om de schulden die hij
aangaat te kunnen aflossen.
De wijze waarop een beginnende ondernemer
wordt gefinancierd, speelt uiteraard een belang
rijke rol. Vooral bij de aan grond gebonden land
bouwbedrijven, waarbij ik met name denk aan
akkerbouw en veeteelt, moeten leningen met een
lange looptijd, waarop de eerste jaren geen aflos
singsverplichting rust, de beginnende boer in staat
stellen zijn bedrijf een start te geven die goede
mogelijkheden voor de toekomst biedt.
FISCALE FACILITEITEN BEPLEIT
Besparing van een deel van het behaalde in
komen kan een gunstige uitwerking hebben, niet
alleen in verband met de oudedagvoorziening,
maar ook met de mogelijkheid om financiering van
toekomstige technische verbeteringen tot stand te
kunnen brengen. De fiscale bepalingen houden
zeker in Nederland, maar naar ik geloof ook in
België, daarmede onvoldoende rekening. Daarom
is het zo belangrijk dat overal de mogelijkheid
wordt gegeven tot het vormen van belastingvrije
reserves.
Dit alles brengt mij op de ook in België veel
besproken vraag van scheiding van eigendom en
gebruik van landbouwgronden. Men moet zich wel
voor ogen stellen dat een oplossing hiervoor niet
te vinden is zonder een bepaalde hulp van de over
heid.
Voor een gezamenlijk gesprek tussen land- of
tuinbouwer en bank is een zekere kennis van de
financieringsvraagstukken noodzakelijk. Ik zie het
als een taak van de landbouworganisaties deze
kennis te verbreden door voorlichting in woord en
geschrift. Daarnaast is echter nodig dat de betrok
ken land- en tuinbouwers een goede boekhouding
hebben, die de gegevens voor de bedrijfsbeoorde-
ling ook op tijd levert.
BOEKHOUDGEGEVENS KRITISCH
DOORLICHTEN
Voor de kredietverlening moet veel waarde wor
den gehecht aan goed uitgewerkte boekhoudrap-
porten. Een goede boekhouding is ook van grote
betekenis voor de ondernemer zelf. Het gezamen
lijk bespreken van bedrijfsresultaten in kleine krin
gen van ondernemers, die elk voor zich bereid zijn
hun boekhoudrapporten voor collega's open te
leggen is naar mijn mening van grote waarde.
In wat ik tot nu toe heb gezegd, komt naar voren
dat naar mijn opvatting de financiering van land
en tuinbouw niet meer kan gebeuren zoals het
lange tijd is gebeurd, namelijk dat men genoegen
nam met voldoende zekerheid en dus afging op
wat uiterlijk waarneembaar was. Deze oude ver
trouwde zekerheden zijn in de modernisering van
200