landbouwcommentaar „wijst vele voorstellen van het bedrijfsleven onder andere het oprichten van een Grondbank van de hand. Het is te begrijpen dat niet alle maat regelen die in het urgentieprogramma 1970 van het Landbouwschap worden verlangd, op korte termijn kunnen worden verwezenlijkt. Maar wij het Z.L.M.-bestuur eisen wél van de minister van Landbouw, dat hij zal doen wat in zijn vermogen ligt en uitvoering zal geven aan wat op korte ter mijn mogelijk is. Het beleid, dat minister Lardinois momenteel voert, komt zonder meer neer op een koude sanering." Aldus het blad van de Z.L.M. MINDER VERTROUWEN De onzekerheid over het E.E.G.-beleid is zonder twijfel mede aanleiding tot de toenemende onrust onder de boeren en tuinders. Het vertrouwen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid is in de afge lopen maanden snel minder geworden. Onder deze omstandigheden moest de aandacht zich wel ster ker richten op het nationale beleid. En dat vertoont volgens de critici weinig nieuwe ontwikkelingen of nieuwe ideeën. Minister Lardinois zei tijdens zijn noordelijke reis tegen een radioverslaggever, dat hij op goede voorstellen voor verbetering wachtte. Dit is een nogal passieve houding voor een verantwoordelijk bewindsman en het is bovendien een slag in het gezicht van het Landbouwschap en de organisaties die niet nalaten constructieve voorstellen te doen. DE ORGANISATIES EN DE ACTIES Wij hechten in Nederland veel waarde aan ge organiseerd overleg, maar als dat niet de gewenste resultaten oplevert blijkt de weg vrij voor de „buitenparlementaire oppositie". De actiecomité's in het noorden hebben zich keurig gedragen ook de heer Knottnerus toonde hiervoor waarde ring maar in Zuidlaren bleek dat een goed be doelde demonstratie gemakkelijk uit de hand kan lopen. Dit gaf ir. Swierstra aanleiding in het Fries Land bouwblad te schrijven: „Wij hopen, dat het de re gering inmiddels uit deze en andere gebeurtenis sen duidelijk is geworden, dat als van overheids wege op korte termijn niet meer ten bate van de land- en tuinbouw wordt gedaan, de organisaties de leden niet meer in de hand zullen kunnen hou den. De in september in te dienen rijksbegroting (niet alleen het hoofdstuk over de landbouw) zal in deze een uiterst belangrijke toetssteen worden." GEEN NIEUWE IDEEËN Wie na de reis van minister Lardinois door de drie noordelijke provincies verwachtte dat de be windsman fundamentele ideeën zou hebben opge daan, kwam bedrogen uit. Op korte termijn blijft er van het ministeriële bezoek niet veel méér over dan een rijksbijdrage in de stichting van een pluimveeslachterij. Op zich zelf een positieve zaak. De toezegging van de minister om méér geld voor ruilverkavelingen naar het noorden te laten stromen, betekent alleen een verschuiving die ten koste van andere gebieden zal moeten gaan. Het was opvallend, dat de mini ster op zijn persconferentie te Assen ontkende de akkerbouw in het noorden te willen vervangen door melkveehouderij. Hij zei bepaald geen behoefte te hebben aan nog meer melk. Melk is dan ook een produkt dat bij te grote produkie de overheid geld kost, in tegenstelling tot veredelingsprodukten. Te recht zei de bewindsman, dat het voor de overheid buitengewoon moeilijk is de veredelingslandbouw te stimuleren, aangezien deze produktietakken „vrije produkten" aan de markt brengen en in voortdurende concurrentie staan met de bestaande produkties elders in den lande. Voor de produk ten waarvoor geen garantieprijzen bestaan, moe ten initiatieven en risico's door de agrariërs zelf worden genomen, aldus de minister. Volkomen juist, als we er maar niet uit opmaken dat de over heid wél de risico's van de melkveehouders en de akkerbouwers neemt. Dat doet de overheid immers alleen voor een deel van de prijsrisico's. 196

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 10